tooi 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een tooi…
is een voorwerp; is een zaak
- [Functie] dient om iets of iemand te tooien
- [Voorbeeld of specimen] is vaak iets om op het hoofd te zetten, bv. een vedertooi, een lauwerkrans, een kroon
Algemene voorbeelden
Oehoe Maritha verdeelde ons rond het vuur en ging daarna recht tegenover Guido zitten op een iets kleinere stronk. 'Nu doen we allemaal onze ketting om,' ze boog haar hoofd en liet het kralensnoer om haar hals glijden, 'en zetten de tooi op'. Gedwee volgde iedereen haar voorbeeld.
De Wonderkamers van het Zeeuws Museum doen hun naam eer aan. Een zeldzame verentooi uit Zuid-Amerika, afkomstig uit de 18de eeuw, blijkt een combinatie van twéé unieke tooien te zijn.
Woordfamilie
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
tooi 1.1
Algemene voorbeelden
Meermalen doet hij zijn beklag over de degradatie van violet en paars tot "tooi bij uitstek voor trainingspakken van vakantiegangers met monomane zonnewensen".
Vaste verbindingen
zich sieren met geleende tooi
-
met de verdiensten van iemand anders pronken
Synoniem: pronken met andermans veren
Ik zal de verhalen van de bedoeïenen laten voor wat ze zijn. Er zijn al zo veel verhalen over hen, het is niet mijn gewoonte een ander rijdier dan mijn eigen uit te putten, evenmin om me te sieren met geleende tooi.
Woordfamilie
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
tooi 2.0
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.1 : 2.0 |
---|
Algemene voorbeelden
Het oranje van de ballonnen was bijna niet van de lucht, het groen barstte uit de laatste knoppen, de prunus was in paarse tooi solidair met de koningin, en rood, wit en blauw sierde menig kindergezicht.
Vaste verbindingen
in volle tooi
-
in volle bloei; in volle pracht
Synoniem: in vol ornaat
Bloesems aan weerszijden van de weg zover het oog reikt, dichte hagen van bloesems, soms opeens een solitair boompje in volle tooi, dan weer de onmeetbare overvloed.