treinkaartje 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een treinkaartje…
is een kaartje
- [Functie] dient als bewijs dat iemand betaald heeft voor het reizen met de trein
- [Stoffelijke eigenschap algemeen] is van papier
- [Omstandigheid] is in Nederland nog wel verkrijgbaar, maar grotendeels vervangen door de ov-chipkaart
Algemene voorbeelden
Voor het nieuwe elektronische ov-betaalsysteem wordt later dit jaar al de eerste infrastructuur aangelegd op stations en in bussen. Voor 2006 moet de chipcard de papieren bus-, tram- en treinkaartjes volledig hebben verdrongen. Het nieuwe ov-betaalsysteem bestaat uit een chipcard die zonder fysiek contact te maken, wordt afgelezen door apparaten bij de ingang van stations, perrons, metro's, bussen en trams.
Drie jaar achtereen gingen de treinkaartjes, op last van de overheid, met gemiddeld 6 procent omhoog. Die "agressieve aanpak" waarmee volgens NS mensen uit de trein werden gejaagd, wil het bedrijf doorbreken. Nu NS per 1 januari voor de eerste maal zelf de tarieven mocht vaststellen, is onmiddellijk een begin gemaakt met dat nieuwe prijsbeleid: dit jaar gingen de tarieven gemiddeld iets minder dan 3 procent omhoog.
Combinatiemogelijkheden
als object bij een werkwoord
- een treinkaartje kopen
Rond twaalven sta ik gerustgesteld voor het loket van de Deense spoorwegen, van wie de bedienden evenmin achter glas worden gehouden, om het treinkaartje te kopen dat de NMBS mij onmogelijk kon bezorgen. De 243 km tot Hamburg kosten 250 Deense kroon of 5,45 fr. per kilometer in 2de klas.
Caroline luisterde naar het gesnater van de kinderen. Bij het station van Aarhus stapte ze uit en zwaaide de kinderen uitbundig na. Daarna wandelde zij het station in en kocht een treinkaartje naar Vejle.
- een treinkaartje tonen
- een treinkaartje vergoed krijgen
Een geluid deed mij plotseling opkijken naar de ingang van de coupé. Daar stond de conducteur. Hij had zijn geweer op mij gericht en sommeerde mij mijn treinkaartje te tonen. Ik wist dat ik vergeten was dat te kopen, maar doorzocht toch al mijn zakken.
Ambtenaren krijgen voortaan korting op de aanschaf van een nieuwe fiets en tegelijkertijd schaft de gemeente de kilometervergoeding af. Ambtenaren op dienstreis krijgen alleen nog hun treinkaartje vergoed. Als ze in de winter niet met de fiets naar het werk willen, krijgen ze ongeveer vijfhonderd frank per maand als bijdrage in de abonnementskosten voor het openbaar vervoer.
met adjectief ervoor
- het papieren treinkaartje
Het papieren treinkaartje hoe we hem al ons hele leven gebruiken, verdwijnt. Het is de bedoeling dat iedereen vanaf morgen met een OV-chipkaart reist: een plastic kaart waar reizigers geld op zetten, of automatisch geld op laten storten, zodat ze op saldo kunnen reizen.
met voorzetselgroep
Voorzetsel: naar
- (een) treinkaartje naar (de) luchthaven
- (een) treinkaartje naar Venlo
- (een) treinkaartje naar Wenen
Daarnet treinkaartje naar luchthaven gekocht. Bediende vroeg: 'En? Waar gaat de vlucht naar toe? Milaan?' - 'Nee, Turijn.' Maar hij had dus op televisie gehoord dat ik - samen met andere schrijvers - naar Italië ging.
'Ik begrijp niet dat je zo stom kunt zijn daarin te trappen,' zegt zijn vader. Door hun achterdocht en minachting is Bas zo diep gekrenkt dat er weinig anders op zit dan de man geld te geven voor een treinkaartje naar Venlo plus zijn verblijf in het ziekenhuis, alles naar boven afgerond uiteraard.
Als ze nu haar spullen hier achterliet en naar het badhuis ging, zouden bij terugkomst haar documenten en een treinkaartje naar Wenen voor haar klaarliggen.
Voorzetsel: van
- een treinkaartje van Gent naar Rijsel
"Hoeveel kost een treinkaartje van Gent naar Rijsel?" vraagt de Franse vrachtrijder. Hij staat bedremmeld naast de vrachtauto waarmee hij in een ongeval is betrokken op de E17 in Nazareth, vlakbij Gent.
met bezittelijk voornaamwoord
- mijn treinkaartje
- hun treinkaartje
Ambtenaren krijgen voortaan korting op de aanschaf van een nieuwe fiets en tegelijkertijd schaft de gemeente de kilometervergoeding af. Ambtenaren op dienstreis krijgen alleen nog hun treinkaartje vergoed. Als ze in de winter niet met de fiets naar het werk willen, krijgen ze ongeveer vijfhonderd frank per maand als bijdrage in de abonnementskosten voor het openbaar vervoer.
Een geluid deed mij plotseling opkijken naar de ingang van de coupé. Daar stond de conducteur. Hij had zijn geweer op mij gericht en sommeerde mij mijn treinkaartje te tonen. Ik wist dat ik vergeten was dat te kopen, maar doorzocht toch al mijn zakken.