trompetvogel 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een trompetvogel…
is een vogel; is een dier
- [Afmeting] is 48 tot 56 cm lang
- [Geluid] trompettert, bromt, humt; maakt een trompetterend, brommend of hummend geluid, waaraan hij zijn naam dankt
- [Kleur] heeft een zwart verenkleed met grijze vleugels
- [Bouw] is gewerveld; heeft twee poten
- [Deel] heeft een lange hals, lange poten en een gebochelde rug
- [Voortplanting] legt eieren
- [Plaats] leeft in regenwouden
- [Woongebied] komt voor in Zuid-Amerika
- [Leeftijd] kan ruim 20 jaar oud worden
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] kan niet zo goed vliegen
- [Deskundigheid of vaardigheid] kan snel rennen
- [Gedrag] is een alleseter, maar eet wel voornamelijk vruchten; leeft in kleine groepen; slaapt in bomen om veilig te zijn voor roofdieren
- [Waardering] wordt soms gehouden en gewaardeerd als huisdier, omdat hij gemakkelijk te temmen is en omdat hij met zijn luide roep erg geschikt is als bewaker
Wetenschappelijke naam: Psophia crepitans
Rijk | Animalia; Dieren |
---|---|
Stam | Chordata; Chordadieren |
Klasse | Aves; Vogels |
Orde | Gruiformes; Kraanvogelachtigen |
Familie | Psophiidae; Trompetvogels |
Geslacht | Psophia |
Soort | Psophia crepitans |
Algemene voorbeelden
De trompetvogel is een soort kraanvogelachtige die leeft in het regenwoud van Zuid-Amerika. Ze zijn even groot als een flinke kip, maar staan wat hoger op hun poten. De vogels leven in groepjes van 6 tot 8 dieren. De kop, de hals en de buik zijn zwart van kleur met groene en blauwgroene glans. De lange veren van de vleugels zijn grijs. Het lijkt alsof de vogels een kromme rug of een bochel op de rug hebben. Het geluid dat ze maken, is brommend. De vogels worden ongeveer 50 centimeter groot.
De trompetvogel is een sociaal levende soort, die op de bosbodem van het regenwoud foerageert. Het is vooral een grondvogel; hij vliegt slecht, maar slaapt wel in een boom tot 10 meter hoogte, in groepen van ongeveer 20 dieren. Hij is luidruchtig en hij laat allerlei dreunende of trompetterende geluiden horen. Hun hofmakerij gaat er luidruchtig aan toe en wordt vaak in groepen uitgevoerd; de vogels paraderen, dansen en maken zelfs buitelingen. Het zachte verenkleed is hoofdzakelijk zwart, maar de veren van de binnenste vleugel zijn grijs.
Trompetvogels eten vooral vruchten die op de grond gevallen zijn. Ze zijn daarom afhankelijk van fruiteters die in bomen leven, zoals veel primaten, die fruit laten vallen. Er zijn soms zoveel vruchten dat ze vaak meerdere dagen op dezelfde plek voedsel vinden. Soms eten trompetvogels insecten, die ze vangen door bladeren met hun snavel om te draaien of de insecten snel te achtervolgen over de grond.
Combinatiemogelijkheden
met substantief ervoor
- een groep trompetvogels
Een groep trompetvogels is erg territoriaal. Zodra een indringer het territorium betreedt, beginnen ze luidkeels te roepen. De vogels danken hun naam aan deze alarmroep.
met ander, nevengeschikt substantief
- de kamikami of trompetvogel
De kamikami of trompetvogel zie je meestal diep in het bos. In een kleine groep zijn ze dan lopend naar voedsel aan het zoeken. Ze kunnen een heel diep geluid maken, een soort gebrom, maar ze beschikken ook over een veel scherpere roep.