uitfoeteren


uitfoeteren 1.0

(informeel)

( Met betrekking tot personen)
met krenkende, spottende of verwijtende woorden, en vooral met scheldwoorden, toespreken of overladen; uitschelden; flink de waarheid zeggen; heftig uitvaren tegen; hevig beschimpen; de mantel uitvegen; uitkafferen; uitveteren
Bij uitbreiding ook met betrekking tot zaken die door personen vertegenwoordigd worden en in het laatste citaat in speelse toepassing op dieren.

Semagram (extra betekenisinformatie)


Uitfoeteren…

is een handeling

      Algemene voorbeelden


      Het was een bij vlagen zeer roerige ontmoeting waarbij vooral de Stichting Jazz in Nederland (SJIN), die de WVC-subsidies verdeelt, in krasse bewoordingen werd uitgefoeterd.

      NRC,

      Mooie actie van die Cantona [...]. Kortsluiting noemt hij het zelf. En hij is ervoor in analyse geweest. In '87 stompte hij zijn eigen keeper van Auxerre [...], in '90 zijn schoenen in het gezicht van een teamgenoot gegooid, in '91 drie strafcommissieleden uitgefoeterd, in '92 bij zijn club weggelopen, in '93 de scheids voor oplichter uitgemaakt en met een Turkse politieman geknokt [...] en nu dit laatste geintje in '95.

      NRC,

      Na het 2-2 gelijkspel bij de derdedivisieclub Numancia in de kwartfinale van de beker, foetert Cruijff zijn spelers uit.

      http://home.planetinternet.be/~willempy/menuE.htm

      Later, nadat ze weer gevrijd en geslapen hadden, streek hij de haarlokken weg van haar wang en zei: 'Ik heb je kapsel verknoeid.' 'Galgenbrok.' 'Je zult morgen jezelf toch niet uitfoeteren, wel?' 'Toch wel. Je hebt me te gemakkelijk gekregen. Ik had het je moeilijker kunnen maken.'

      Verborgen schade, Aster Berkhof,

      Zo heb ik een tomeloze bewondering voor de gemeentewerker die bij ons in de buurt het containerpark openhoudt. Hij houdt het proper en overzichtelijk, en schept er een heimelijk genoegen in de bezitters van een dikke BMW uit te foeteren als ze hun PET-flessen in de PVC-container willen deponeren.

      De Standaard,

      Een van de ramen achter mij werd geopend en iemand gooide een paar sneden oud brood naar buiten. De snelste meeuw kaapte ze lenig weg en werd uitgefoeterd door een kompaan.

      Slaap!, Annelies Verbeke,

      uitfoeteren 2.0

      (informeel)

      ten einde toe foeteren; uitrazen

      Semagram (extra betekenisinformatie)


      Uitfoeteren…

      is een handeling

          Algemene voorbeelden


          Ze leest voor wat de kunstredactie over Paula heeft te melden [...]. Het is gelegenheidstaal, een collage van een paar oude recensies, door een nieuwe medewerker gemaakt omdat verder niemand op de redactie tijd had. Jacob laat haar uitfoeteren en kijkt uit zijn ooghoek of ze verdergaat naar het volgende katern met zijn medisch-sociologische rubriek, wat ze niet doet.

          Kriblijn, Barber van de Pol,

          Toch is het fijn om te werken met de Rotterdammers die, zodra ze uitgefoeterd zijn op de 'gemeente', de handen uit de mouwen steken en allemaal op de eerste rij willen zitten.

          http://www.b-produkties.nl/portfolio/waaier_sloop.html,