usance


usance 1.0

gebruikelijke wijze van doen; gebruik; gewoonte

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een usance…

is een gebruik; is een omstandigheid

  • [Waardering] is de gewone, heersende, gebruikelijke wijze van doen

    Combinatiemogelijkheden


    met koppelwerkwoord


    • usance zijn
    • geen usance zijn

    Toezichthouders de Nederlandsche Bank en Stichting Toezicht Effectenverkeer onderzochten de vertraagde orderafwerking door marktregulatoren van beleggingsfondsen. Deze praktijk is 'usance', zegt Intereffekt-advocaat Wietse de Jong.

    Het Financieele Dagblad,

    Hoewel promoveren in de baggertechnologie geen usance is - getuige alleen al het gegeven dat geen van de hoogleraren doctor is - heeft Vlasblom twee promovendi afgeleverd.

    http://www.delta.tudelft.nl/jaargangen/34/24/18bagger.html,

    met lidwoord


    • dat is sinds jaar en dag de usance

    'De Gebo betaalt altijd te laat uit. Dat is sinds jaar en dag de usance', aldus de woordvoerder.

    Meppeler Courant,

    met dat-zin


    • het was geen usance dat
    • het was niet usance dat

    Na die veertien dagen besloot mijn moeder langer te blijven en zo heb ik in de jaren '32 en '33 maandenlang geskied. Het was geen usance dat jonge dochters zoals nu gingen werken. Ik deed die winters werkelijk niets anders dan skiën.

    NRC,

    Voor de argeloze lezer bestond er geen verschil tussen de vrijbuiter uit de boeken en de man die ze geschreven had. Het was nu eenmaal niet usance dat je de hoofdpersoon van je roman je eigen naam meegaf.

    http://www.balie.nl/slaa/

    met infinitief met om te


    • het is niet de usance om dat te doen

    Hoewel Gilwell-trainers meer kralen mogen dragen, is het op dit moment bij zowel Scouting Nederland als bij de Scouts en Gidsen Vlaanderen niet de usance om dat te doen.

    http://www.scoutpedia.nl/wiki/Woodbadge