v.v.t.t.


v.v.t.t. 1.0

(taal en taalkunde; (vooral) geschreven taal)

voltooid verleden toekomende tijd, een van de acht werkwoordstijden, bv.: ik zou hebben gelopen, wij zouden hebben gelopen; ik zou hebben geluisterd, wij zouden hebben geluisterd; ik zou hebben geantwoord, wij zouden hebben geantwoord; ik zou hebben gewerkt, wij zouden hebben gewerkt; ik zou zijn gegaan, wij zouden zijn gegaan; ik zou zijn geslagen, wij zouden zijn geslagen

Semagram (extra betekenisinformatie)


De v.v.t.t.…

is een werkwoordstijd

      Algemene voorbeelden


      Er zijn, zoals bekend is, heel wat mogelijkheden om de diverse tijden te benoemen: hij doet het (o.t.t.); hij deed het (o.v.t.); hij heeft het gedaan (v.t.t.); hij had het gedaan (v.v.t.); hij zal het doen (o.t.t.t.); hij zou het doen (o.v.t.t.); hij zal het gedaan hebben (v.t.t.t.); hij zou het gedaan hebben (v.v.t.t.).

      http://www.vkblog.nl/bericht/4805/taalgebruik_in_overheidsbesluiten_en_dienstrapporten,

      De functie van het futurum exactum praeteriti (zou(den) + hebben/zijn + voltooid deelwoord; de voltooid verleden toekomende tijd (v.v.t.t.) is vooral van modale aard. Het futurum exactum praeteriti heeft gezien vanuit het spreekmoment betrekking op een gebeuren uit het verleden dat vanuit een referentiepunt (r) verleden is, maar vanuit een ander referentiepunt (r') als in de toekomst geprojecteerd wordt voorgesteld (vergelijk) [...]: Voorbeelden zijn: (1) Op die bijeenkomst zou de minister zelf gesproken hebben. (2) Gisteren werd verteld dat Johan niet gekomen zou zijn.

      http://www.let.ru.nl/ans/e-ans/02/04/08/10/01/body.html

      Volgens sommigen bestaan er in het Nederlands eigenlijk maar twee werkwoordstijden: de onvoltooid tegenwoordige tijd (ik werk, ik lees) en de onvoltooid verleden tijd (ik werkte, ik las). Voor alle andere werkwoordstijden moeten meerdere werkwoorden met elkaar gecombineerd worden. Dat leidt tot acht werkwoordstijden: [...] 8. voltooid verleden toekomende tijd (vvtt): ik zou gewerkt hebben, ik zou gelezen hebben.

      http://www.onzetaal.nl/advies/werkwoordstijden.php

      Op de vorige pagina hebben we de hypothetische tijd besproken. Deze verwijst naar hypothetische situaties in het heden en in de toekomst. Daarnaast hebben we ook een hypothetische verleden tijd. Deze tijd noemen we ook wel de 'voltooid verleden toekomende tijd' of v.v.t.t. De vervoeging van deze werkwoordstijd is bijna hetzelfde als die van de voltooide toekomst (v.t.t.t.). Het enige verschil is het hulpwerkwoord zullen. In plaats van de tegenwoordige tijd, gebruiken we de verleden tijd (zouden).

      http://www.dutchgrammar.com/nl/?n=Verbs.Re23

      Vervoeging van het werkwoord, kandidaat kan: - aangeven wat de begrippen onvoltooide en voltooide tegenwoordige en verleden tijd betekenen naast dezelfde vormen in de toekomende tijd (dus: ott, vtt, ovt, vvt, ottt, vttt, ovtt, vvtt).

      http://associatie.cramgo.nl/Downloads/Examenprogramma%20PDS%20december%202008%20v4.pdf.,