vakantieweek 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een vakantieweek…
is een periode; is een tijd
- [Doel of bestemming] is bestemd voor vakantie
- [Duur] duurt een week
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] keert jaarlijks terug op een vaste tijd of begint op een zelfgekozen tijdstip
Algemene voorbeelden
De artsen [...] hebben 6 weken per jaar vakantie en recht op 10 cursusdagen. In onze praktijksituatie zijn de vakantieweken als volgt gespreid: Eén week vakantie in het vroege voorjaar. Drie weken zomervakantie. Eén week herfstvakantie. De zesde vakantieweek wordt voor een cursus gebruikt.
De scholen gaan dicht, de caravans zijn rijklaar, de charters volgeboekt en de koffers gepakt voor de komende vakantieweken.
Waar stuur ik mijn kinderen naartoe gedurende de komende vakantieweken? Enkele tientallen organisaties in Vlaanderen trachten hierop een antwoord te geven. Zij organiseren sportkampen, taalvakanties, teken-, computer-, theater-, video- en andere lessen.
In totaal zijn er 345 km pistes en 130 liften, alles op één skipas. Helaas teveel om in één vakantieweek af te werken!
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
vakantieweek 1.1
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 1.1 |
---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een vakantieweek…
is een samenkomst; is een activiteit
Algemene voorbeelden
Het pand in de Lunterse bossen is bekend vanwege de vakantieweken voor gehandicapten die er elke zomer worden gehouden.
De vrijwilligers die meegaan met de vakantieweken of die een kind als gast opnemen, worden goed voorbereid op hun taak.
Zij is één van de negen begeleiders van de vakantieweek.
Inschrijven voor vakantieweken SWM nog mogelijk. Voor de Dakajamkampen van de Stichting Welzijn Meppel kunnen kinderen en jongeren zich op 16 augustus van 19.00 tot 21.00 uur nog inschrijven.