veldwachter


veldwachter 1.0

iemand die van beroep politieman is in een kleine, landelijke gemeente
De functie is sinds vrij kort in onbruik geraakt door reorganisaties van de politie

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een veldwachter…

is een persoon

  • [Uiterlijk] draagt een uniform
  • [Groep] maakt deel uit van de gemeentelijke politie
  • [Plaats] werkt in een kleine plattelandsgemeente
  • [Tijd] was er onder die naam tot voor enkele jaren, maar is nu gewoon politieman
  • [Aantal of hoeveelheid] is gewoonlijk alleen in zijn functie in het dorp
  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] wordt vaak voorgesteld als enigszins karikaturaal dommig en bazig personage in volkse romans en theaterstukken, in kindertheater en in komische televisieseries zoals Swiebertje of De Paradijsvogels
  • [Activiteit of handeling] vervult politietaken; handhaaft de orde en treedt op als boodschapper tussen het gemeentebestuur en de bevolking; treedt op tegen criminaliteit, zoals stroperij

Algemene voorbeelden


Dorpen die het in 1920 met één veldwachter konden doen, hadden in 1928 een heel politiecorps, en zaten volop in de verkeers- en parkeerproblemen.

Tussen tuin en wereld, Paul De Wispelaere,

Hij is een van de agenten die bij het uitstervende en nostalgische ras van goedmoedige veldwachters hoort. Zijn welvarend ogend fysiek en zijn rustgevende tred, rijwiel aan de hand en direct bereid de voetreis te onderbreken, kleuren het beeld dat de Meppelers van Henk Brunink (57) hebben.

Meppeler Courant,

'Ben jij het, Bonkjes?' zei moeder Kneupma. 'Wat ben je vroeg, man. Je brengt toch geen slecht nieuws, hoop ik?' 'Dat valt nog te bezien,' zei de veldwachter plechtig. 'Er is een vermoeden van wetsovertreding gesignaleerd ' 'Harreblaksem, dat klinkt ernstig, al begrijp ik er geen biet van,' zei vader Kneupma. 'Op je terrein is een verplaatsbare woning of tijdelijk verblijf bestaande uit over stijlen gespannen doek, of althans een tent door mij dienstdoende geconstateerd,' zei Bonkjes.

De familie Kneupma, Remco Campert,

In dit vredige feestdorp hoefde slechts één veldwachter aangesteld te worden, zoals de programma's aangaven was hij eerder nodig om het vrouwvolk van de vroede vaderen weg te houden dan om de orde te handhaven.

http://www.oeteldonk.org/

Het hoofd van de koninklijke beveiliging had gedaan wat iedere veldwachter hem zou afraden: hij liet zijn paspoort en zijn geld op zijn kamer liggen. Een insluiper nam de spullen mee, zo bevestigde de Amsterdamse politie.

De Standaard,

Woordfamilie


Als deel van een afleiding


Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen


veldwachter 1.1

iemand die op een wat bazige, dommige manier de wet handhaaft of naar overtredingen speurt

Betekenisbetrekking


metafoor
Betrokken betekenissen 1.0 : 1.1

Algemene voorbeelden


Laatst nog heeft Elsbeth Etty in NRC-Handelsblad de redelijkheid van de anti-discriminatie-centra verdedigd Volgens haar passen de veldwachters tegen het vrije woord enkel en alleen de Wet toe, niet meer, niet minder en verdienen ze daarom niet het misprijzen van de politiek-incorrecte zonderlingen die nu zo in de mode zijn.

http://www.theovangogh.nl/stuk32.htm