videobellen 1.0
(media, communicatie en telecommunicatie; ICT; neologisme)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Videobellen…
is bellen; is een activiteit
Algemene voorbeelden
Wat doe ik niet en wel, als ik videobel? We videobellen wat af met elkaar. Zeker sinds de coronamaatregelen echt contact beperken. Maar waar let je eigenlijk op tijdens het videobellen?
Mijn moeder is veranderd sinds we haar met haar verjaardag videobelden.
Combinatiemogelijkheden
met voorzetselgroep
Voorzetsel: met
- videobellen met elkaar
- videobellen met je moeder
We videobellen wat af met elkaar.
UPC zit diep in de schulden en moet snel geld gaan verdienen om het hoofd boven water te houden. Het kabelbedrijf heeft zijn hoop gevestigd op digitale diensten, waaraan de klant veel meer moet gaan besteden dan de twee kabeltientjes van nu. Goudmijn of ijdele hoop? Videobellen met je moeder die op vakantie is in Parijs. E-mailen op televisie vanaf de bank. Speelfilms of het nieuws op elk gewenst moment.
Etymologie
Aard herkomst | inheems woord |
---|---|
Vroegste datering | 2001 |
Samenhangende woorden (betekenis) | beeldbellen; beeldborrelen; videovergaderen |