voegw. 1.0
(taal en taalkunde; (vooral) geschreven taal)
Algemene voorbeelden
Homoniemen staan in de orde znw., bnw. (bijw.), telw., vnw., ww., vz., voegw., tussenw., tenzij de etymologie zich daartegen verzet.
Je hebt twee soorten voegwoorden: Gelijkwaardige verbindingen: nevenschikkende voegw.: en, maar, want, (of). Ongelijkwaardige verbindingen: onderschikkende voegw.: omdat, doordat, zodat, nadat, dat, toen enz.
Zoolang. Woordsoort: bw., vw. [...] bijw. en voegw. Kopp. van zoo (II) en lang (I).
Dus vgw., bw. 'blijkens het voorgaande, daarom'. Onl. thus [1100; Will.]; mnl. dus, dos in dos vele 'zoveel' [1240; Bern.], dus spraken die brieue 'aldus spraken de brieven' [1201-25; CG II, Floyr.], dos 'derhalve' [1265-70; CG II, Lut.K].
voegw. 2.0
(taal en taalkunde; (vooral) geschreven taal)
Algemene voorbeelden
En dan nu! Het eerste Woord van de Week. Reeds genoemd in de bovenstaande uitleg. Het woord van de week luidt: echter, voegw. bw., 1. ter uitdr. van een beperkende tegenstelling: 'niettemin, evenwel: dat is echter niet gebeurd' [...].
Het regende en toch ging hij wandelen. Nev. voegw + Voegw. bijw + PV + O.