voor iemands snufferd 1.0
voor iemands neus; voor iemands gezicht
Algemene voorbeelden
De parkeerplaats verdwijnt uit het midden en andere bewoners krijgen een parkeerhaven voor hun snufferd.
Dan krijg ik de volgende dag een catalogus voor mijn snufferd vol van Goghs, terwijl je weet wat een hekel ik heb aan die koektrommelplaatjes.
De deur ging open en Marina stond voor m'n snufferd.