voorbijganger 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een voorbijganger…
is een persoon
- [Geslacht] is een man of een vrouw
- [Activiteit of handeling] gaat voorbij; passeert
Algemene voorbeelden
Een enkele voorbijganger keek hem vreemd aan. Hij keek zo uitdagend terug dat men snel doorliep.
Als het mooi weer was, kochten we een broodje en aten dat buiten op. We keken naar mensen en bespraken de voorbijgangers. Ik hield ervan naar mensen te kijken en die met de sprookjesprinses te bespreken.
Voor elke overweg, houdt de Kennemer Express halt. Een personeelslid van Lovers springt eruit om met een sleutel de spoorbomen te sluiten. Stapvoets rijden we verder om een paar honderd meter verderop te remmen zodat de man er weer op kan stappen. Dit spektakel wekt veel bekijks. Voorbijgangers wuiven en kijken de Kennemer Express na als was hij de eerste stoomtrein uit 1836.
Ik stond op en ging aan het raam staan. De gracht, de fietsers, de voorbijgangers in hun zomerse kleren.
Combinatiemogelijkheden
als subject bij een werkwoord
- lopen
- vragen
Het was rustig op het terras, zo vroeg in de middag. De voorbijgangers liepen langzaam, genietend van de zomerdag.
Als ik op een regenachtige dag in december de plaats bezoek, stel ik vast dat het huis op de hoek ingenomen is door een winkelpand. Voorbijgangers lopen me gehaast voorbij.
Een voorbijganger vroeg me of ik die rook al had gezien. Een paar minuten later kwam er een grote steekvlam door het dak. Dat kwam door ontploffende gasflessen.
Een vriend van de arrestant vliegt de beveiliger aan en wordt vervolgens ook in de boeien geslagen. Negen politiebusjes komen de twee ophalen. 'Is hier een moord gepleegd?', vraagt een voorbijganger.
In het centrum van een zeer drukke stad vraagt een man aan een voorbijganger: 'Kunt u mij vertellen hoe ik het snelst bij het ziekenhuis kom?'
als object bij een werkwoord
- een voorbijganger aanhouden
- een voorbijganger (iets) vragen
- voorbijgangers aanspreken
- voorbijgangers groeten
- voorbijgangers (iets) vragen
De man zat op de leuning van de Böcklinbrug en las doodgemoedereerd in het partizanenkrantje. Soms hield hij lachend een voorbijganger aan: 'Kijk toch eens, zwart op wit, het hele Noordfront stort in elkaar!'
Hij vraagt de eerste de beste voorbijganger die hij tegenkomt naar de straat waar zijn vriend woont.
"Meneer, wilt u een boekje van mij kopen?" Hij oogt op zijn zachtst gezegd wat zonderling, als hij met een vuile plastic zak vol eigen werk door de straten in het centrum van Paramaribo banjert en voorbijgangers aanspreekt.
Uit een bewolkte hemel valt wat lichte motregen. Op het erf van Kromkamp loopt een tiener tussen de stallen door. Pet op en laarzen aan. Hij groet vriendelijk een paar voorbijgangers en loopt vervolgens de woonkamer in.
Als eerste werd aan de winkelende mensen gevraagd waar ze vandaan kwamen en hoe vaak ze Meppel bezochten. Daarna werden de voorbijgangers gevraagd welke winkels zij in Meppel misten en voor welke aankopen zij soms een andere plaats bezochten.
met adjectief ervoor
- een toevallige voorbijganger
- toevallige voorbijgangers
- willekeurige voorbijgangers
Ik hield een toevallige voorbijganger staande, en ik vroeg haar: 'Het is café De Middenstreep waar ik moet zijn. Weet jij waar het is?' 'Ik ben niet van hier,' zei de vrouw.
Zaterdagavond ontstond er rond half twaalf een brand in een caravan bij een loods achter een tankstation. Doordat toevallige voorbijgangers de brandende caravan wisten weg te trekken, kon erger worden voorkomen.
Kozyrev stapte gisteren in het centrum van Tallinn, op weg naar de conferentie, spontaan uit zijn auto voor een kort gesprek met willekeurige voorbijgangers.
- haastige voorbijgangers
Vandaag de dag worden tweemaal per week op het middaguur rondkuierende toeristen en haastige voorbijgangers opgevrolijkt door hemelse Beiaardmuziek.
Het is de laatste maand van het laatste jaar van de eeuw en alles is als vanouds. Haastige voorbijgangers, de lage grauwe lucht boven de stad, de donkere dagen voor Kerstmis.
- onschuldige voorbijgangers
Jongeren hangen tot laat in de nacht rond op straat en verdienen geld met het verhandelen van drugs en het beroven van onschuldige voorbijgangers.
met voorzetselgroep
Voorzetsel: op
- voorbijgangers op straat
Er klonk rumoer en gegil beneden in het huis. De voordeur ging vele malen open en dicht. Er werd om een dokter geroepen. We hoorden dat voorbijgangers op straat bleven stilstaan en zich met de zaak bemoeiden.
Weichel schold en dreigde. Als de voorbijgangers op straat nieuwsgierig bleven staan, en zich ermee wilden bemoeien, verdween hij zoet glimlachend en schouderophalend.
Woordfamilie
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
voorbijganger 2.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een voorbijganger…
is een persoon
- [Duur] verblijft ergens voor korte tijd
Algemene voorbeelden
De vondsten uit de opgravingen alsook de aanwezigheid van een tumulus wijzen erop dat de Romeinen niet alleen maar gewone voorbijgangers in ons dorp zijn geweest, maar tevens vaste nederzettingen hebben doen ontstaan.
voorbijganger 2.1
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een voorbijganger…
is een persoon
- [Duur] doet iets voor korte tijd
Combinatiemogelijkheden
met onbepaald voornaamwoord
- geen voorbijganger (zijn)
- geen voorbijgangers (zijn)
Afgelopen zomer transfereerde hij samen met Jos Van Wellen van Kapellen naar Germinal, waar hij technisch advizeur van de voorzitter werd. Maandagavond vroegen Van Wellen en Verhaegen Stany Gzil dan Herman Helleputte op te volgen. "Ik ben geen voorbijganger voor Germinal", zegt de vroegere Poolse international. "Ik heb een kontrakt voor onbepaalde duur en ik keer straks misschien terug naar mijn ouwe job."
Wij doen u een concreet voorstel voor de Human Resources Consultancy opdracht. Wij hanteren een aanpak gebaseerd op concrete acties en doelstellingen, duidelijke afspraken, meetmomenten en planningen. Wij willen geen 'voorbijgangers' zijn en richten ons op resultaten in plaats van op dikke rapporten.