voorschotfraude 1.0
(neologisme)
vorm van fraude waarbij slachtoffers, vooral via e-mail, grote geldbedragen wordt
beloofd als zij eerst een relatief klein bedrag aan onkosten voorschieten of een kleine
investering doen, waarna de slachtoffers vervolgens niet uitbetaald worden; 419-fraude
Semagram (extra betekenisinformatie)
Voorschotfraude…
is fraude; is een handelwijze; is een handeling
Algemene voorbeelden
Bij voorschotfraude wordt u om de tuin geleid met valse belofte over grote sommen geld waar u maar weinig tot geen moeite voor hoeft te doen. Als u eenmaal dieper in het verhaal bent betrokken, wordt u gevraagd een bepaald bedrag te betalen om de zaken te bespoedigen. U ziet er niets meer van terug.
Voorschotfraude wordt ook wel 419-fraude genoemd. Bij deze vorm van internetfraude wordt iemand benaderd via e-mail. Kenmerkend is vaak dat de afzender (de oplichter) vraagt om te helpen.
Etymologie
Aard herkomst | inheems woord |
---|---|
Vroegste datering | 2005 |
Periode opkomst | 2007 |