vrije dag


vrije dag 1.0

dag waarop men niet hoeft te werken of niet naar school hoeft
Vaak in combinatie met werkwoorden als hebben, krijgen, opnemen, opofferen.

Algemene voorbeelden


Sinds 1990 is 5 Mei, bevrijdingsdag, een officiele nationale feestdag maar het is geen verplichte vrije dag [...]. Voor het basis en voortgezet onderwijs geldt dat het schoolbestuur besluit of de school gesloten is op 5 mei.

http://www.allevrijedagen.nl/officiele-feestdagen/bevrijdingsdag-5-mei-2014.html,

Zondag is rustdag, ook in Cambodja. We maken van deze vrije dag dankbaar gebruik, om ons onder te dompelen in de schoonheid van Cambodja's roemrijke verleden: de legendarische tempels van Ankor.

http://www.handicapinternational.be/content.asp?lng=2=253

Valt een wettelijke feestdag op een rustdag, dan zal de wettelijke feestdag op een andere dag worden toegekend. Indien de werknemers tijdens buitenlandse tournees een vrije dag hebben, dan wordt die vrije dag als rustdag erkend.

http://www.cgsp.be/code/nl/page.cfm?id_page=55,

Werknemers die ouder zijn dan 55 jaar moeten in dat voorstel iedere week een vrije dag erbij krijgen.

NRC,

De handel was rustig, met het oog op de vrije dag morgen in verband met de viering van 1 mei in veel landen.

NOS Nieuws,

Zonder technische oer-elementen als koelkast, telefoon en tv is de consument anno 1995 totaal onthand, de cd-speler is niet meer weg te denken, bij een computerstoring ziet menig thuiswerker zich genoodzaakt een vrije dag op te nemen.

NRC,

De bonden wilden voor verandering van de huidige regeling een vrije dag opofferen.

NRC,