washandje 1.0
((vooral) in Nederland)
om de hand passend zakje van badstof waarmee men zich gemakkelijk kan wassen;badstof
zakje om zich mee te wassen
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een washandje…
is een voorwerp
- [Omvang concreet] past om de hand
- [Vorm] is rechthoekig
- [Materiaal] is van badstof
- [Functie] dient om zich ermee te wassen
Algemene voorbeelden
Pieter verdween in de kajuit en kwam terug met een T-shirt, een trui, sokken, ondergoed en een oud trainingspak van Carmen. Daarna haalde hij een emmer warm water, gooide er een washandje in, pakte zeep en hing een handdoek over de kuiprand.
Combinatiemogelijkheden
in voorzetselgroep
- met een washandje
Carl, die met een washandje mijn gezicht en handen komt wassen.
In plaats daarvan ging ze zich zorgvuldig wassen, met een washandje [...], daarna droogde zij zich nog angstvalliger af, kleedde zich heel kalm aan, verzamelde haar spullen in haar tas, en brak vlak voor haar vertrek toch nog uit in plotselinge opwinding.