wauw 1.0
uitroep van verbazing, verwondering, vaak ook van bewondering of enthousiasme
Algemene voorbeelden
Als ze een keer naar een optreden van die band gaat kijken, is vooral haar gezelschap diep onder de indruk. 'Wauw, wat professioneel,' is zijn oordeel, terwijl Birgit alleen hoort dat het tamelijk alternatieve muziek is.
Woordfamilie
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
wauw 1.1
opwindend
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 1.1 |
---|
Algemene voorbeelden
Te wauw, gezellig, cool, gaaf, warm, onvergetelijk. Zomaar wat kreten die na afloop van twee weken Israël klonken. Een groep Dwingelose volleybalsters was daar om te volleyballen en vakantie te vieren.
"Ik heb wel eens iets gemaakt van quorn (vleesvervanger, red.)", zegt Margo Reuten van topzaak Da Vinci in Maasbracht, "maar het was niet echt wauw".