wettelijke feestdag 1.0
((vooral) in België)
door de regering algemeen erkende dag waarop men iets herdenkt of viert en de meeste
mensen vrij zijn van werk of school
Algemene voorbeelden
Valt een wettelijke feestdag op een rustdag, dan zal de wettelijke feestdag op een andere dag worden toegekend.
Verstrijkt een termijn op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag, dan wordt hij automatisch verlengd tot de eerstvolgende werkdag.
Een jaar telt tien wettelijke feestdagen: 1 januari, paasmaandag, 1 mei, Hemelvaartsdag, pinkstermaandag, 21 juli, 15 augustus, 1 november, 11 november en 25 december.