wie niet weg is, is gezien


wie niet weg is, is gezien 1.0

formule die na het aftellen door de zoeker bij het verstoppertje spelen wordt uitgesproken

Algemene voorbeelden


Hij riep zij het slechts in gedachten - alsof hij de zoeker was bij verstoppertje spelen: één, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien! Wie niet weg is, is gezien! Ik kom!

Het samenzijn, Jan Meyers,