winterkou 1.0
lage temperatuur of koude weersgesteldheid zoals die voorkomt in de winter; winterse
kou
Semagram (extra betekenisinformatie)
Winterkou…
is een toestand
- [Tijd] komt voor in de winter
Algemene voorbeelden
In de jaren twintig begon de winterkou vaak al in de herfst.
Om de wind en de winterkou buiten te houden, werd aan de binnenkant een luik gemonteerd, dat naar beneden dichtschuift.
Combinatiemogelijkheden
met adjectief ervoor
- barre winterkou
- bittere winterkou
- strenge winterkou
De olieprijs is de voorbije week aanzienlijk gestegen, een gevolg van de barre winterkou die niet alleen bij ons, maar vooral in de VS in alle hevigheid toesloeg.
Bovendien legde de bittere winterkou het Amerikaanse bedrijfsleven gedurende enkele dagen lam.
Door de strenge winterkou raakt de bodem steeds opnieuw bevroren.