witachtig 1.0
Algemene voorbeelden
De steel is witachtig, massief en heeft een ring, die wit is en later tot bruinviolet verkleurt.
In het voorjaar verschijnen de tot 80 cm hoge bloeistengels: honderden kleine witachtige kruisvormige bloempjes lokken in mei en juni een leger insekten aan, gelokt door een heerlijke geur van verse honing.
Ook hun kostuums leken op elkaar: een strak gesneden, witachtig of lichtgrijs pak, met smalle broekspijpen die nog net onder de enkel eindigden.
Ergens in het weiland ligt of staat een witachtig wezen.
De schors was met diepe voren doortrokken en begroeid met witachtige zwammen en elfenbankjes.
Combinatiemogelijkheden
met substantief
- een witachtige kleur
- een witachtig licht
Visualiseer een schitterend goudgeel of witachtig licht om de stervende heen.
Het is van nature geel, maar wanneer het gemengd wordt, krijgt het een witachtige, groenachtige, roodachtige kleur of andere.
met ander, nevengeschikt adjectief
- witachtig bruin
De beharing op haar snoet is van een witachtig bruin.