witleren 1.0
Algemene voorbeelden
Op zijn schrijftafel [...] lag ook een paar versleten witleren handschoenen (van zijn moeder?), en daar zat hij mee te spelen; hij keerde ze binnenstebuiten, blies de vingers op, streelde ze, en onderwijl vertelde hij van het huis waar hij met zijn moeder en zijn broer Ben tijdens de oorlog was ondergedoken.
'Hier, vergeet dit niet,' zei Karel en reikte Toni een witleren jas met schapevacht aan.
witleren 2.0
Algemene voorbeelden
Hij zat naast Haussler in een witleren bankstel in hoefijzervorm rond een lage tafel, een dik glazen blad op een vierkant betonblok.
Ze stond midden op het hemelsblauw tapijt tussen de overkomfortabele witleren meubels en banken en ze deed niets anders dan over haar lijf strijken.
Ze ging zitten in een enorme witleren fauteuil en keek bedeesd rond.