woela


woela 1.0

(informeel; neologisme; (vooral) gesproken taal)

ik zweer het
Uitroep ter bekrachtiging van iets. Letterlijk: 'Ik zweer het bij Allah'.

Algemene voorbeelden


'Je gaat je kapot lachen. Woela'. De Nederlandse taal vernieuwt zich voortdurend, ook onder invloed van allochtonen.

http://www.volkskrant.nl/dossier-archief/je-gaat-je-kapot-lachen-woela~a890536/,

De Volkskrant besteedde onlangs aandacht aan (Amsterdamse!) straattaal: "woela sisca, die jas is echt vet" en "oe switi, kom hierdan dushi" ­ vijf jaar geleden zou nog niemand dat verstaan hebben, en wellicht over vijf jaar niemand meer, maar ondertussen is het Nederlands verrijkt met uitdrukkingen als 'cool' en 'piercen'.

http://student.wdka.nl/sg/intro.html,

Etymologie


Aard herkomst leenwoord
Vroegste datering 2000
Brontaal Arabisch
Betekenis in brontaal idem
Bijzonderheden Straattaal of jongerentaal.