woela 1.0
(informeel; neologisme; (vooral) gesproken taal)
ik zweer het
Uitroep ter bekrachtiging van iets. Letterlijk: 'Ik zweer het bij Allah'.
Algemene voorbeelden
'Je gaat je kapot lachen. Woela'. De Nederlandse taal vernieuwt zich voortdurend, ook onder invloed van allochtonen.
De Volkskrant besteedde onlangs aandacht aan (Amsterdamse!) straattaal: "woela sisca, die jas is echt vet" en "oe switi, kom hierdan dushi" vijf jaar geleden zou nog niemand dat verstaan hebben, en wellicht over vijf jaar niemand meer, maar ondertussen is het Nederlands verrijkt met uitdrukkingen als 'cool' en 'piercen'.
Etymologie
Aard herkomst | leenwoord |
---|---|
Vroegste datering | 2000 |
Brontaal | Arabisch |
Betekenis in brontaal | idem |
Bijzonderheden | Straattaal of jongerentaal. |