woudloper


woudloper 1.0

trekkende woudjager, vooral als figuur in avonturenverhalen die in de bossen van het vroegere wilde Westen werden gesitueerd

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een woudloper…

is een jager; is een persoon

  • [Plaats] leefde in de Noord-Amerikaanse wouden
  • [Tijd] figureert in avonturenverhalen die zich afspelen in de tijd van het 'wilde Westen'
  • [Activiteit of handeling] trok rond en ging op jacht

    Algemene voorbeelden


    Onvergetelijk waren de spannende avonturen van het legendarische tweetal de edele roodhuid Winnetou en de onversaagde blanke woudloper Old Shatterhand, en hun trouwe vriendschap die het symbool was van de verzoening tussen het rode en het blanke ras.

    Paul De Wispelaere in De Morgen, Paul De Wispelaere,

    De Rocky Mountains, het vrije avontuurlijke leven van trappers en woudlopers.

    Tussen tuin en wereld, Paul De Wispelaere,

    De aanlokkelijkheden van deze plant bestaan uit haar prachtig ingesneden en gelobde bladeren die in het najaar vuurrood worden [...]. Weliswaar verwijst de Canadese naam, 'bois du diable', naar de 'lange takken, op de grond liggend als lasso's', waar de woudlopers over struikelden als ze met hun kano op hun rug over het pad langs de stroomversnelling strompelden.

    NRC,

    We hebben ons verdiept in een aantal basis-overlevingstechnieken die een prehistorisch jager-verzamelaar met zijn toen bekende primitieve technieken zal hebben gebruikt. Net als een woudloper die op z'n houtvuur het primitief koken iedere dag beoefende.

    http://www.survivalbasics.nl/,

    woudloper 2.0

    afbeelding

    Bron: Uploaded by Belissarius
    ( Publiek domein )

    iemand die voor zijn beroep of uit liefhebberij trektochten maakt door wouden en veel kennis heeft van de natuur in bossen of van overlevingstechnieken daar

    Semagram (extra betekenisinformatie)


    Een woudloper…

    is een persoon

    • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] heeft een grote kennis van de natuur in bossen en de overleving daarin
    • [Activiteit of handeling] maakt trektochten door bossen en wouden

      Algemene voorbeelden


      Ik was geheel mijn leven een intens bos- en woudloper geweest en voelde mij in dit onbekende woud onmiddellijk thuis. Van mijn kinderjaren waren bos en woud steeds mijn element geweest.

      De ark en de ratten, Erik Van Ruysbeek,

      Hij gaat er vanuit zelf jaarlijks twee reizen naar Alberta te begeleiden. Een keer in de zomer en een keer in de winter. Dat doet hij trouwens sinds kort als 'gediplomeerd woudloper', na het afronden van een opleiding tot Canadian Survival and Woodstravel Instructor.

      http://www.tctubantia.nl/regio/achterhoek/3006287/Eibergse-woudloper-laat-jongensdroom-uitkomen.ece,

      Ook in Zimbabwe (her-)ontdekt men genezende krachten [...]. Eco-toeristen leren zo van woudlopers, natuurgidsen en voormalige jagers wat goed en dienstig kan zijn in de natuur en brengen die wetenschap mee naar huis.

      De Standaard,

      Woordfamilie


      Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen