z.i.


z.i. 1.0

(formeel; (vooral) geschreven taal)

zijns inziens; naar zijn mening; volgens hem

Algemene voorbeelden


Zoals de bekende Amerikaanse cultuurantropoloog Clifford Geertz schrijft [...]: er zijn wel degelijk grenzen aan wat de mens kàn begrijpen, aan wat hij/zij aan lijden kàn verdragen en accepteren. Religie is z.i. dan een poging om door middel van (de symbolische constructie van) een "algemene zijnsorde" de wereld of het leven begrijpelijker, draaglijker en in zekere mate ook rechtvaardiger te maken.

http://www.flwi.rug.ac.be/cie/RUG/deley19.htm

In Herrlichkeit. Eine Theologische Ästhetik (1961-1969) stelt Balthasar een rehabilitatie voor van de door de moderniteit verwaarloosde esthetische dimensie en de er z.i. nauw mee samenhangende aspecten 'het erotische' en 'het mythische'.

http://www.theo.kuleuven.ac.be/php/projectfiche.php3?projectID=28

De Belgische Staat, eiser in cassatie, verweet het bestreden arrest dat het een gerechtelijke aanzuiveringsregeling had opgelegd zonder rekening te houden met zijn voorrecht en dat het arrest z.i. in de aanzuiveringsregeling had moeten bepalen dat zijn schuldvordering bij voorrang op die van de andere schuldeisers moest worden betaald.

http://www.cass.be/cass/cass2001/cass_nl/p6.htm