zich goed houden


zich goed houden 1.0

zich niet laten overweldigen door emotie, pijn, e.d.; zich kranig houden; zich flink houden

Algemene voorbeelden


S. bezocht zijn cliënt donderdagnamiddag voor het eerst. "L. is, gezien de omstandigheden, redelijk kalm. Hij houdt zich goed. Of hij wroeging heeft, kan ik moeilijk beoordelen. Hij is er zich alleszins van bewust dat hij zwaar in de nesten zit."

De Standaard,