zijn naam niet gestolen hebben


zijn naam niet gestolen hebben 1.0

((vooral) in België)

terecht de betreffende naam hebben; zijn naam beslist verdienen

Algemene voorbeelden


De kerstster is een typische seizoensplant omdat ze bijna uitsluitend in de maanden november en december aangevoerd wordt. Haar naam heeft ze trouwens niet gestolen. De mooie, vooral roodgekleurde bladeren rond de goudgele bloempjes, geven de plant een echte kerstuitstraling.

De Standaard,

Dollar Girl, de zestienjarige merrie [...], heeft haar naam niet gestolen. Ontelbaar zijn haar overwinningen op het hoogste niveau. Dit jaar [...] zette ze met een overwinning in de finale van de Worldcup de kroon op haar internationale jumpingloopbaan.

De Standaard,

Ze leven in Hell's Kitchen, Manhattan, een buurt die door de hitte en de sfeer zijn naam niet gestolen heeft.

De Standaard,