zoel


zoel 1.0

een aangename, matig warme temperatuur hebbend; aangenaam warm; zacht, mild van temperatuur

Algemene voorbeelden


Het is zoel buiten, zacht [...]. Door het opengeschoven raam lispelt de wind, ingehouden bewegen de vitrages, ze komen niet los van hun plek, blijven deinend waar ze zijn, vogels zingen in de tuinen.

Liefdesmeer & andere verhalen, Chaja Polak,

Combinatiemogelijkheden


met substantief


  • zoele lucht
  • zoele nachtlucht
  • zoele wind
  • zoele zomerlucht

De eerste zaterdag in april. Er waait een zachte voorjaarswind. Zo'n zoele wind die je het idee geeft dat het leven nooit op zal houden.

Weerloos, Jan Siebelink,

Ik vertraagde mijn pas nabij de brug over de beek, voorbij de laatste huizenrij, en ging op de bakstenen reling zitten. Het was de plek waar ik het liefste vertoefde om niets te doen, de zoele zomerlucht in me op te nemen, het suizelen van wind in de rietkragen op de oever.

Sluitertijd, Erwin Mortier,

  • zoele avond
  • zoele nacht
  • zoele zomeravond

Het blijkt een aangenaam zoele nacht in Californië: 18,5 graden Celsius en de zeewatertemperatuur is zelfs nog vier graden hoger.

De Internet-sensatie, Francisco van Jole,

Het was een zoele avond, die tot lang buiten zitten noodde.

Niet doen Agnes, Peter van Straaten,

Woordfamilie


Als deel van een afleiding


zoel 2.0

een betrekkelijk hoge temperatuur en luchtvochtigheid hebbend die onaangenaam aanvoelt; onaangenaam vochtig en warm; benauwd, broeierig, drukkend, zwoel

Combinatiemogelijkheden


met substantief


  • een zoele dag
  • een zoele morgen

Het is een zoele heiige dag, die de zon krachtig laat vermoeden maar niet echt toont.

Een soort Engeland, Robert Anker,

met werkwoord


  • zoel voelen

Kees duwde het raam omlaag en stak armen en hoofd naar buiten. Nu al voelde de lucht zoel. Dit werd een snikhete dag.

't Is zo weer nacht, Joyce Roodnat,

zoel 3.0

zacht, zoet, aangenaam ruikend

Algemene voorbeelden


De lange wandeling langs de Hilversumse lanen waaraan de villa's als donkere tombes in hun tuinen stonden. Zoele, zware geuren van bloemen na de regen, maar tussen al dat zoet een vreemde smaak van afscheid.

Rituelen, Cees Nooteboom,

Die grote, vervallen huizen [...] hadden namen als Terang-Tenang of Madoera en de broodmagere, nerveuze, romantische Inni van die dagen kon zich, vooral in de zoele geuren van een zomeravond, inbeelden dat hij ergens in de buurt van Bandoeng op een plantage woonde.

Rituelen, Cees Nooteboom,

In de zomer tafel je op wat waarschijnlijk het mooiste terras van Oost-Vlaanderen is: in de lommerte van dakplatanen en met de zoele geur van rozemarijn in je neusgaten.

http://www.varkensvlees.be/scripts/db_search2.asp?search=&search2=&search3=9850&search4=