zonnesteek 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een zonnesteek…
is een aandoening
- [Oorzaak, reden of aanleiding] wordt veroorzaakt door blootstelling aan een teveel aan warmte en zon van hoofd en nek
- [Gevolg of resultaat] veroorzaakt een ontregeling van de lichaamstemperatuur die daardoor begint op te lopen
- [Symptoom] gaat gepaard met hoofdpijn, misselijkheid en duizeligheid; gaat in ernstige gevallen gepaard met sufheid, (hoge) koorts en een snelle en oppervlakkige ademhaling en hartslag
- [Overige] is bijna altijd te voorkomen door een T-shirt, een pet, halsbedekking en een zonnebril te dragen en minimaal twee liter water per dag te drinken
Algemene voorbeelden
Symptomen van een zonnesteek zijn: ernstige vermoeidheid, duizeligheid, hoofdpijn en een huid die kletsnat is van het zweten.
Een zonnesteek ontstaat wanneer het lichaam z'n warmte niet meer kan kwijtraken.
Bij het vermoeden van een zonnesteek moet je onmiddellijk een arts raadplegen!
Combinatiemogelijkheden
als object bij een werkwoord
- een zonnesteek hebben
- een zonnesteek krijgen
- een zonnesteek oplopen
Ik wil alleen maar zeker weten dat je echt een zonnesteek hebt gehad, dat er niet iets anders aan de hand was, zei ik in gedachten tegen Roos.
Ik dacht eerst dat het iemand van ons was die een zonnesteek had gekregen.
Wat is een zonnesteek en waaraan herken ik of mijn kind een zonnesteek heeft?
met adjectief ervoor
- een halve zonnesteek
- een lichte zonnesteek
- een ernstige zonnesteek
Wie had ooit kunnen denken of zelfs maar vermoeden dat ze die middag op het Katwijkse strand een zo ernstige zonnesteek zou oplopen dat ze daarvan in coma raakte.
Terwijl ik verward door mijn halve zonnesteek begon te overwegen hoeveel ik hem zou moeten bieden en in welke bewoordingen ik dat zou moeten doen reed hij langs me en zei: 'achtduizend?'
Alleen Kees is minder happy: de arme man heeft vanmorgen de fiets gepakt en is op het heetst van de dag een veel te lang stuk gaan fietsen zonder voldoende drank bij zich. Hij heeft zich nu teruggetrokken in een sweater van Job, en zit de hele middag onder een boompje te bibberen. Het lijkt erop dat hij een lichte zonnesteek opgelopen heeft.
in voorzetselgroep
- aan een zonnesteek bezwijken
- aan een zonnesteek overlijden
- aan een zonnesteek sterven
Deze zomer is hier iemand aan een zonnesteek gestorven.
Hoor je toch zelden, niet, dat mensen overlijden aan een zonnesteek?
Vijf zomers later bezweek ze in haar rolstoel aan een zonnesteek.