zooikoorts 1.0
(neologisme)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Zooikoorts…
is een neiging
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is een neiging, soms als aandoening voorgesteld, van de mens om heel veel spullen te verzamelen en heel veel afspraken en bezigheden in te plannen
Algemene voorbeelden
Spullen. O-ver-al spullen! Een broek waaraan het voornemen kleeft dat je er nog wel een keertje in lijnt, een kast die uitpuilt van oude agenda's en tijdschriften, een koelkast vol potjes die al láng over datum zijn. Opruimen. Het geeft rust in je hoofd. Echt! Niet overtuigd? Deze deskundigen vertellen waarom het toch beter voor je is, want anders krijg je last van zooikoorts. Echt waar.
Druk druk druk: overvolle agenda's. Meer en meer rommel: overvolle kasten. Zooikoorts dus: altijd meer en meer. Maar meer en meer betekent niet altijd meer en meer geluk. Waar worden we dan wél gelukkig van? Welzijnsonderzoek geeft jong en oud fascinerende en bruikbare tips voor een gelukkig en zinvol leven.
Etymologie
Aard herkomst | inheems woord |
---|---|
Vroegste datering | 2017 |
Bedenker | De term zooikoorts is bedacht door Hein Zegers die ook een boek schreef met dezelfde titel. |