zwikken 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Zwikken…
is een beweging
- [Richting] is omslaan naar binnen of naar buiten
- [Lichaamsdeel] is omslaan van de voet of de enkel
- [Oorzaak, reden of aanleiding] wordt veroorzaakt door zaken die het lopen bemoeilijken, bv. het dragen van hoge hakken, het lopen op oneffen terrein, het te snel willen lopen
- [Gevolg of resultaat] leidt vaak alleen even tot verlies van het evenwicht, maar kan ook een blessure tot gevolg hebben, bv. een verstuiking of een gescheurde enkelband
- [Omstandigheid] gebeurt bij het lopen, of bij een misstap
Algemene voorbeelden
Je stapt ongelukkig, bijvoorbeeld op de stoeprand en de voet zwikt naar binnen. Plotseling heftige pijn en de enkel gaat zwellen.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
zwikken 2.0
Betekenisbetrekking
Specifiek | subjectsverwisseling |
---|---|
Betrokken betekenissen | 1.0 : 2.0 |
Semagram (extra betekenisinformatie)
Zwikken…
is een beweging maken; beweging
- [Activiteit of handeling] is het omslaan van de voet of de enkel
- [Betrokkene] doet zich voor bij personen en dieren
- [Oorzaak, reden of aanleiding] wordt veroorzaakt door zaken die het lopen bemoeilijken, bv. het dragen van hoge hakken, het lopen op oneffen terrein, het te snel willen lopen
- [Gevolg of resultaat] leidt vaak alleen even tot verlies van het evenwicht, maar kan ook een blessure tot gevolg hebben, bv. een verstuiking of een gescheurde enkelband
- [Omstandigheid] gebeurt bij het lopen, of bij het verstappen
Algemene voorbeelden
Met vinnige stappen loopt Raia terug naar het Zandpad. Ze moet uitkijken met al die losse tegels op het voetpad ter hoogte van het ziekenhuis, want als ze met deze hoge hakken zwikt, zit ze straks met haar poot omhoog.
Combinatiemogelijkheden
met voorzetselgroep
Voorzetsel: door
- door de enkels zwikken
- door haar hoge hak zwikken
Zijn tante Thérèse zwikte door haar enkels op het rulle bospad, stootte tegen bomen, struikelde over een afgebroken tak, raakte verward in een braamstruik.
zwikken 2.1
Combinatiemogelijkheden
met voorzetselgroep
Voorzetsel: naar
- naar iets zwikken
Ze knalde de deur achter zich dicht en draafde en zwikte naar de halte van de bus, achtervolgd door dat beeld, die blote vrouw rechtop in kussens op het bed.
Voorzetsel: op
- op iets zwikken
Eerst had Kees een kroes melk voor Bas gekocht bij de geitenhoeder die langs de huizen zijn waar liep te venten. De dieren werden met een twijg over het plaveisel voortgedreven, ze zwikten op hun hoefjes.
zwikken 3.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Zwikken…
is kantelen; beweging
- [Richting] is naar voren kantelen
- [Intentionaliteit] is doorgaans een ongecontroleerde beweging als gevolg van evenwichtsverlies
- [Lichaamsdeel] is een beweging van het bovenlichaam
- [Oorzaak, reden of aanleiding] kan veroorzaakt worden door evenwichtsverlies
Algemene voorbeelden
Zijn voeten kan hij niet in de stijgbeugels krijgen. Slap laat hij zijn benen langs het paardelijf slungelen. Bij het afdalen langs de slingerende bergpaden moet je soms, als het erg steil wordt, overdreven onderuit op je stuit gaan zitten om niet naar voren te zwikken en als een luiaard aan een tak aan die paardehals boven de afgrond te komen hangen.
Combinatiemogelijkheden
met voorzetselgroep
Voorzetsel: naar
- naar voren zwikken
zwikken 4.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Zwikken…
is bewegen; beweging
- [Richting] is heen en weer, en op en neer bewegen
- [Snelheid of tempo] is snel bewegen
- [Betrokkene] is een beweging van een zaak, een voorwerp, bv. een onderdeel van een machine
Algemene voorbeelden
Als ik de lege stoel zie herinner ik me dat ik mijn kleren gisteravond over de naaimachine heb gegooid. Ik zie het Singermerk voor me. Grijsblauw en goud. Plantaardige sierletters. De trapper die als een gek heen en weer zwikte. Het geluid van de op en neer razende naald.
Combinatiemogelijkheden
met bijwoord
- heen en weer zwikken
zwikken 5.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Zwikken…
is kaarten; activiteit
- [Doel of bestemming] is proberen om drie gelijke kaarten, een zwik, bijeen te krijgen
- [Plaats] wordt vooral in Noord-Brabant en in België gedaan
- [Betrokkene] doet men met drie tot vijf spelers
- [Middel] doet men met twintig kaarten, van tien tot en met aas
Algemene voorbeelden
Martha zei: "Ik kan wiezen, piketten, zwikken, pandoeren, zwarte-Pieten, liegen en de vier soorten jassen, maar van wippen heb ik nooit gehoord." "Het is het meest eenvoudige kaartspel [...]. Ik leer het je wel."
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
zwikken 6.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Zwikken…
is trekken; handeling
- [Doel of bestemming] maakt het mogelijk om het bovenmateriaal van een schoen of laars aan de binnenzool te bevestigen
- [Handelende persoon] wordt gedaan door schoenmakers
- [Middel] is over de leest trekken
- [Object betroffen] is het over de leest trekken van het bovenmateriaal van een schoen of laars, bv. het bovenleer en de voering
Algemene voorbeelden
De soliditeit en duurzaamheid van veiligheidsschoenen hangt uiteraard sterk samen met het materiaal waaruit en de manier waarop ze zijn gemaakt [...]. De zwikmethode. Bij deze productiemethode wordt de, doorgaans voorgevormde, binnenzool op de leest bevestigd waarna bovenleer en voering (de schacht), over de leest worden getrokken (gezwikt) en vervolgens aan de binnenzool verlijmd.