aanbeet 1.0
(sport en recreatie)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een aanbeet…
is een beet
- [Betrokkene] wordt gedaan door vissen die in het aas bijten
Algemene voorbeelden
De aanbeet. Wanneer een paling aanbijt, is dat bijna niet te missen en misslaan is bijna onmogelijk. Integendeel, u moet er juist voor uitkijken dat u snel aanslaat omdat de vis anders de haak wel erg diep in de keel krijgt. Vooral de kleintjes zijn zeer vraatzuchtig, als u met een visje de grotere exemplaren bejaagt kunt u wel wat langer wachten.
Omdat de kleine roofbleien in een grotere meerderheid zijn dan hun ooms en tantes, worden de grotere exemplaren naar de achtergrond gedrukt. Dit is vaak te merken aan de aanbeten.
Combinatiemogelijkheden
als subject bij een werkwoord
- doorkomen
- komen
- (iemand) ontgaan
Bij het kwakhoutvissen "oude stijl" werd het aas (meestal een paling) aan een onderlijn van ongeveer 75 centimeter aangeboden. Om zo min mogelijk argwaan te wekken, zijn veel mensen steeds langere onderlijnen gaan gebruiken, tot vér over de meter. Gevolg was dat de aanbeten steeds minder goed doorkwamen.
Ver uit de kant, op dieptes van negen tot elf meter komen de aanbeten. Het zijn kleinere vissen.
Wat hebben we nog meer nodig? [...]. Een goede onthaaktang [...] en een draadtang om je onderlijn door te knippen als een aanbeet je is ontgaan.
als object bij een werkwoord
- een aanbeet aanslaan
- een aanbeet hebben
- een aanbeet krijgen
- aanbeten krijgen
- een aanbeet missen
- een aanbeet registreren
- aanbeten verspelen
- aanbeten verzilveren
- een aanbeet verwachten
- aanbeten voelen
- een aanbeet zien (aan)
- een aanbeet zien aankomen
Alhoewel ook een zwevende dot wormen of een uit zee afkomstige pijlstaartinktvis niet bepaald natuurlijk overkomen, kan met deze aassoorten nog wel sporadisch succes worden geboekt. Omdat er niet zo vaak mee wordt gevist, zijn deze aassoorten ook minder bekend bij de meerval. En omdat deze aassoorten kleiner en compacter zijn dan een lange paling, kan bij een aanbeet eerder worden aangeslagen.
Verder verplaats ik mijn aasvissen ook niet voordat de dag is afgelopen, of als ik geen aanbeet heb gehad.
Rond elf uur 's ochtends krijg ik een aanbeet en heb gelijk door dat dit geen brasem of voorn is.
Bij bladzijde 149 beland je samen met Tel op de Everest van de Engelse karperwateren: Wraysbury. De plek waar zovele voor hem strandden, waar hun enthousiasme spaak liep. Het water waar het gros van de vissers opbrandde, waar het vuur uitdoofde, waar velen nooit ook maar zoveel als een aanbeet kregen.
Een snoertje in 0.10 mm moet kunnen volstaan om elke voorn op het droge te krijgen. Persoonlijk gebruik ik zelfs 0.08 samen met een haakje nr. 18-20, naargelang het aas dat ik gebruik. Hou het dus licht, dan krijg je vast en zeker ook meer aanbeten.
Behalve een handvol puristen bezit elke karpervisser tegenwoordig elektronische beetverklikkers. [...]. Hoe vaak het precies voor de tijd van de optonics en tijdens het vissen met klassieke systemen is voorgekomen, weet ik niet, maar in elk geval vaak. Alsof karpers [...] roken dat je met iets anders bezig was dan het in de gaten houden van je waker, maar heel vaak kreeg je op zo'n moment een aanbeet, die dan ook geheid gemist werd. Met de komst van de optonics werden deze aanbeten door het krijgen van een geluidssignaal in het vervolg nog maar zelden gemist en bovendien kwam ook het krijgen van schele hoofdpijn van het voortdurend turen naar de waker veel minder voor.
Als de hengel in de steunen ligt, rust de voederveer op de bodem en is de lijn gestrekt zodat elke aanbeet onfeilbaar geregistreerd wordt via de soepele hengeltop.
's Avonds ook veel activiteit van zeeforel in deze zone. Veel aanbeten maar heel veel daarvan verspeeld omdat de zeeforellen (tot 3 Kg) tijdens de drill systematisch het rotsachtig talud van het fjord opzoeken.
Al enkele jaren bevestig ik 1 enkele dreg d.m.v. elastiek aan het staartgedeelte van kleinere aasvissen als sardines of het staartstuk van grotere aasvissen, resultaat: meer aanbeten verzilverd en geen snoeken meer die diep gehaakt zijn.
Ik schat in waar de snoek tussen de waterplanten kan staan en waar ik een aanbeet kan verwachten.
Bij het kwakhoutvissen "oude stijl" werd het aas (meestal een paling) aan een onderlijn van ongeveer 75 centimeter aangeboden. Om zo min mogelijk argwaan te wekken, zijn veel mensen steeds langere onderlijnen gaan gebruiken, tot vér over de meter. Gevolg was dat de aanbeten steeds minder goed doorkwamen. Met de lijn in de hand konden aanbeten nog wel redelijk goed gevoeld worden. Probleem was dat je, bij een aanbeet, wel even de tijd moest nemen om de lijn voorzichtig terug onder de hengeltop te hangen alvorens aan te kunnen slaan. Een heel gedoe, wat vaak tot missers leidde.
Soms is een aanbeet alleen te zien aan het tikken van de top van je hengel, zonder dat de beetmelders in werking treden.
Als de aasvis weg wil zal hij eerst de dobber onder moeten trekken en voortdurend kracht moeten blijven zetten om bij het lood weg te blijven. Stopt de aasvis met zwemmen wordt hij automatisch door de druk van de dobber weer naar het lood toe getrokken. Het leuke van deze methode is dat je de aanbeet altijd van tevoren aan ziet komen.
met adjectief ervoor
- een keiharde aanbeet
- truttige aanbeten
De nieuwe "jiggen op meerval"-techniek is zo afwijkend, dat zelfs gedresseerde meervallen weer gefopt kunnen worden. Er klinkt immers geen alarmerend kwakhout. Het aas is minder bekend én wordt anders aangeboden. Vooral die afwijkende aasaanbieding is vaak het duwtje in de rug dat de vis nodig heeft om te besluiten het aas te nemen. Bij een lange onderlijn hangt het aas vrij rustig in het water. Een meerval heeft alle tijd om het te inspecteren en... af te wijzen. Een zenuwachtig dansende octopus kan hij maar op één manier "checken"... door hem vast te pakken. En omdat hij geen armen heeft, doet hij dat met zijn bek. Het resultaat is een kei- en keiharde aanbeet, die garant staat voor een adrenalinestoot van hier tot Tokyo!
Sommige meervallen zijn nog wél genegen om het aas van de kwakhoutvisser te nemen, maar dan wel uiterst voorzichtig. Truttige aanbeten zijn het onvermijdelijke gevolg.
met substantief ervoor
- het aantal aanbeten
Met nylononderlijnen heb ik weinig ervaring, zodoende kan ik er weinig over vertellen. Ik heb ben pas de laatste tijd wat gaan experimenteren met deze laatste en ik moet eerlijk toegeven dat ik weinig verschil merk in het aantal aanbeten.
met voorzetselgroep
Voorzetsel: in
- aanbeten in het hoogseizoen
Over de aanbeten in het hoogseizoen valt wel iets op om over te zeggen. In het voorjaar vertelde ik, dat de beten die ik kreeg, verzilverd werden met een altijd kromme hengel. Deze stelling gaat nu niet meer helemaal op. Er ontstaat onderde roofbleien een soort concurentie; wie de beste plaats heeftom de prooivis te kunnen verrassen, heeft de meeste kans om teoverleven. Voedselnijd noemen we dat in de volksmond.
in voorzetselgroep
- bij een aanbeet
- bij mijn (eerste) aanbeet
Eén nadeel heeft brood als aas wel; het kan er bij een aanbeet snel af zijn.
Bij het kwakhoutvissen "oude stijl" werd het aas (meestal een paling) aan een onderlijn van ongeveer 75 centimeter aangeboden. Om zo min mogelijk argwaan te wekken, zijn veel mensen steeds langere onderlijnen gaan gebruiken, tot vér over de meter. Gevolg was dat de aanbeten steeds minder goed doorkwamen. Met de lijn in de hand konden aanbeten nog wel redelijk goed gevoeld worden. Probleem was dat je, bij een aanbeet, wel even de tijd moest nemen om de lijn voorzichtig terug onder de hengeltop te hangen alvorens aan te kunnen slaan. Een heel gedoe, wat vaak tot missers leidde.
Bij mijn eerste aanbeet val ik van een twee meter hoge rots naar beneden, op het strandje waar m'n hengels staan. Een verzwikte enkel is het resultaat.
- na de aanbeet
Wie direct na de aanbeet aanslaat, krijgt nauwelijks missers.
- tijdens de aanbeet
We spreken over losschieters als de haak vrijkomt tijdens de dril of zelfs al tijdens de aanbeet.
- verleiden tot een aanbeet
- zich laten verleiden tot een aanbeet
Met een klein blokje jonge tot licht belegen kaas zullen vele zoetwatervissen verleid kunnen worden tot een aanbeet.
Ook witvis laat zich nog wel eens verleiden tot een aanbeet.
met telwoord ervoor
- (mijn) eerste aanbeet
De eerste aanbeet is voor Luc. Met veel leven wordt de vlieg weggegrist. Hij hoeft niet eens de haak te zetten want de vis gaat er met een bloedgang vandoor.
Bij mijn eerste aanbeet val ik van een twee meter hoge rots naar beneden, op het strandje waar m'n hengels staan. Een verzwikte enkel is het resultaat.
met aanwijzend voornaamwoord
- deze aanbeten
Behalve een handvol puristen bezit elke karpervisser tegenwoordig elektronische beetverklikkers. [...]. Hoe vaak het precies voor de tijd van de optonics en tijdens het vissen met klassieke systemen is voorgekomen, weet ik niet, maar in elk geval vaak. Alsof karpers [...] roken dat je met iets anders bezig was dan het in de gaten houden van je waker, maar heel vaak kreeg je op zo'n moment een aanbeet, die dan ook geheid gemist werd. Met de komst van de optonics werden deze aanbeten door het krijgen van een geluidssignaal in het vervolg nog maar zelden gemist en bovendien kwam ook het krijgen van schele hoofdpijn van het voortdurend turen naar de waker veel minder voor.
met bezittelijk voornaamwoord
- mijn (eerste) aanbeet
Bij mijn eerste aanbeet val ik van een twee meter hoge rots naar beneden, op het strandje waar m'n hengels staan. Een verzwikte enkel is het resultaat.
met onbepaald voornaamwoord
- diverse aanbeten
- elke aanbeet
- meer aanbeten
- meerdere aanbeten
- veel aanbeten
Wanneer ik diverse aanbeten krijg die ik niet kan verzilveren met een kromme hengel, ga ik die compartimenten bevissen die buiten deze zone liggen.
Als de hengel in de steunen ligt, rust de voederveer op de bodem en is de lijn gestrekt zodat elke aanbeet onfeilbaar geregistreerd wordt via de soepele hengeltop.
Een snoertje in 0.10 mm moet kunnen volstaan om elke voorn op het droge te krijgen. Persoonlijk gebruik ik zelfs 0.08 samen met een haakje nr. 18-20, naargelang het aas dat ik gebruik. Hou het dus licht, dan krijg je vast en zeker ook meer aanbeten.
Snoek vreet nooit de gehele dag, je zult dus in de regel niet de hele dag aanbeten krijgen, maar misschien een of twee periodes per visdag en kun je in zo'n bijtperiode meerdere aanbeten verwachten.
's Avonds ook veel activiteit van zeeforel in deze zone. Veel aanbeten maar heel veel daarvan verspeeld omdat de zeeforellen (tot 3 Kg) tijdens de drill systematisch het rotsachtig talud van het fjord opzoeken.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
aanbeet 2.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een aanbeet…
is een beet
- [Betrokkene] wordt gedaan door honden die tijdens een training in de mouw van een pakwerker bijten
Algemene voorbeelden
Aan de brede band is de aanbeet beter bestuurbaar maar het nadeel is dat honden met een geschiedenis van vele (vaak verkeerde) correcties, zich bij het naar voren schieten gecorrigeerd voelen.
Is de aanbeet geslaagd dan direct laten winnen en proberen de hond de mouw te laten dragen, door een rondje met hem te rennen terwijl hij de mouw in zijn bek houdt.
Combinatiemogelijkheden
als subject bij een werkwoord
- plaatsvinden
Is dit bevredigend, dan kan men de hond, tijdens het gevecht van de pakwerker met de geleider, daadwerkelijk in laten bijten. Dit is een samenspel tussen instructeur en pakwerker. Deze hebben de taak om er voor te zorgen, dat de aanbeet vol en in het midden van de mouw plaatsvindt.
als object bij een werkwoord
- een aanbeet krijgen
Op het moment dat de hond in wil bijten trekt de pakwerker de mouw snel tegen zich aan, zodat de hond net mis bijt en voor het eerst een echte bijtbeweging maakt. Dit is meestal duidelijk hoorbaar door het op elkaar klappen van de kaken van de hond. De pakwerker vlucht onmiddellijk. Aanbieden, wegtrekken en vluchten zijn een vloeiende beweging. Dit laten missen is van groot belang om een snelle, resolute aanbeet te krijgen.
met adjectief ervoor
- een resolute aanbeet
- een snelle aanbeet
Op het moment dat de hond in wil bijten trekt de pakwerker de mouw snel tegen zich aan, zodat de hond net mis bijt en voor het eerst een echte bijtbeweging maakt. Dit is meestal duidelijk hoorbaar door het op elkaar klappen van de kaken van de hond. De pakwerker vlucht onmiddellijk. Aanbieden, wegtrekken en vluchten zijn een vloeiende beweging. Dit laten missen is van groot belang om een snelle, resolute aanbeet te krijgen.
in voorzetselgroep
- het moment van aanbeet
De pakwerker stapt niet meer achteruit op het moment van aanbeet, maar blijft op de plaats staan.
De pakwerker start met een zo hoog mogelijke snelheid, om tijdens het inkomen steeds langzamer te gaan lopen en op het moment van aanbeet stil te staan, om optimaal uit te kunnen draaien.