alibivrouw 1.0
(verouderend)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een alibivrouw…
is een vrouw; is een persoon
Algemene voorbeelden
In 2008 zei Caroline Princen, nadat zij was uitgeroepen tot Vrouwelijke Manager van het jaar, dat zij niets zag in het opleggen van quota om vrouwen in de top van het bedrijfsleven te krijgen. „Het brengt deze 'quotumvrouwen' alleen maar in een moeilijke positie binnen hun bedrijven." Sinds 2019 is dit quotum een feit, omdat Nederland zelfs was gezakt op de ranglijst van man-vrouwgelijkheid. Taalkundig gevolg: een piek in de frequentie van het woord quotumvrouw, dat we vanaf nu vaker zullen horen en lezen. Het is verwant aan excuustruus en alibivrouw – neologismen uit 1978.
Verder valt in eerste instantie aangenaam op dat Anna Blaman in veel literatuurgeschiedenissen geanalyseerd wordt. Het is echter de vraag hoe men dit op moet vatten. Zo lang nog zo weinig andere schrijfsters opgenomen worden blijft ze mijns inziens een zgn. 'alibivrouw', die een geëmancipeerd tintje aan de beschrijvingen moet geven. Want Blaman, met haar voorliefde voor mannelijke personen en haar 'mannelijke' perspectief, is relatief ongevaarlijk.
Een ander woord voor 'alibivrouw' is 'excuustruus'. Correct geantwoord, dat brengt de oppositie op een 1-0 voorsprong tegen het regeringskoppel. Maar de PvdA en het CDA kunnen gelijkkomen met de oppositie als ze weten wie de populairste minister onder feministen is.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Etymologie
| Aard herkomst | inheems woord |
|---|