amateurschilder 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een amateurschilder…
is een schilder; is een persoon
- [Oorzaak, reden of aanleiding] schildert uit liefhebberij
Algemene voorbeelden
Hugo de Haan (58) uit Bodegraven heeft de publieksprijs gewonnen van de Groene Hart Kunstprijs. Hij kreeg 44 van de 457 uitgebrachte stemmen voor zijn acrylschilderij 'Voorjaar.' Een verrassing voor de amateurschilder, die nooit ook maar één les gehad heeft.
Dat een goedwillende amateurschilder niet altijd veelbelovend of talentvol hoeft te zijn, mag bekend worden verondersteld.
Van In zou ze de kost niet willen geven, de amateurschilders die met hun konterfeitsels zwart een aardig centje bijverdienden.
Op de meest idyllische plekjes van de Bossche binnenstad zie je ze vandaag: amateurschilders die met hun penseel op geheel eigen wijze allerlei fragmenten van het dagelijkse leven proberen vast te leggen.
Op de Oostendse zeedijk was er veel belangstelling voor de 130 amateurschilders die zich waagden aan een portret van de vuurtoren.
Alfred Nobel had zijn belangstelling voor explosieven niet van een vreemde, zijn vader was behalve een nijver amateurschilder ook een fabrikant van springstoffen geweest.
Voor de aankleding van de openbare ruimten heeft het gemeentebestuur een beroep gedaan op een vijftal plaatselijke amateurschilders.
Maar als Guy niet te laat geboren is, alleen veel te laat ingeschreven, wordt de kans dat hij de zoon van Flaubert was weer wat groter. Het huwelijk van zijn ouders was in elk geval nogal slecht. Laure wordt beschreven als een zeer geletterde vrouw, maar een hysterica. zij zou overigens haar hele leven lang de beste vriendin van haar zoon blijven. Hij besprak zijn literaire plannen met haar, zij las zijn manuscripten. De vader, amateurschilder en geldhandelaar, was veelal niet thuis, op stap met andere dames.