amice 1.0
(formeel; verouderend)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een amice…
is een persoon
- [Geslacht] is een man
Algemene voorbeelden
'Ik verzoek je direct bij mij te komen,' zei Stols. Hij zei niet eens beste of amice toen hij de hoorn neerlegde. Een uur later stond ik voor zijn bureau. 'Je hebt me wat geleverd!' riep hij. De nieuwe roman van Bas lag op zijn met leer omrande vloeilegger. 'Wist jij niet, amice' - dus toch weer amice - 'dat die vrind' - niet vriend - 'van jou bij de ss is geweest?'
Geachte mijnheer Brouwer, Ze zeggen dat u eigenlijk best een aardige en nette mijnheer bent, alleen dat zeggen ze in uw kringen allemaal van elkaar. U weet dat ik geen hoge pet op heb van uw beroepsgroep en nog minder van die tuchtrechtspraakcolleges die het eindeloze geknoei, gelieg en gedraai onder uw amices binnenskamers houden [...]. U kent mijn pleidooi om die fossiele regel af te schaffen waaraan al die amices hun riante verplichte, nering ontlenen, maar ik zal u een verhaaltje vertellen dat een krachtig argument bevat om de hele advocatuur maar af te schaffen.
Geen advocaat te vinden die zijn zaak wil overnemen omdat mevrouw de advocate achter zijn rug om iedere advocaat meedeelt waarom ze de zaak beter kunnen laten rusten. En omdat de Deken er ook zo over denkt snappen de amices heel goed aan welke kant hun boterham besmeerd wordt. Tenslotte kan je de Deken (ook als rechter) nog eens tegen komen.
Onlangs stelde advocaat C. Drion in het Nederlands Juristenblad dat topadvocaten te duur zijn geworden voor gewone burgers en kleinere bedrijven. Hij noemde dit een ernstig maatschappelijk probleem dat door de grote commerciële advocatenkantoren genegeerd wordt. Over het spel en de knikkers in de wereld van amices en confrères.
Stols schonk wijn die toen nog schaars was in Nederland en zei, na 'Proost amice', dat hij heel graag spoedig een roman van mij zou willen uitgeven.
'Wis en waarachtig,' zei oom Julius, 'ik schrok me zowat uit mijn broek toen ik hem zo zag staan in zijn ondergoed, zwaar leunend tegen de deurpost en met een nog rokende revolver in de afhangende hand [...].' 'En?' vroeg Blok met kloppend hart. '"Jules," zei hij schor en hol, "ik heb haar gedood, we moeten dat even bepraten, amice."'