architraaf 1.0
(bouw, gebouwen en huisvesting; kunst en architectuur)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een architraaf…
is een balk
- [Materiaal] is gemaakt van hout, (natuur)steen of metaal
- [Geheel] is het onderste, dragende deel van het hoofdgestel van een gebouw
- [Functie] dient ter ondersteuning van het verdere lijstwerk en ter decoratie
- [Plaats] rust op (de kapitelen van) de zuilen of op de muur van een gebouw
- [Plaats] werd vooral gebruikt in de Griekse en Romeinse architectuur en in de bouwkunst uit het Midden-Oosten
Algemene voorbeelden
Kosuth plaatste een citaat van Walter Benjamin in neonletters op de voorgevel van de oude stadsbibliotheek. Louter visueel is het al sterk. Hij doet het oude gebouw oplichten door met de lange lijn van neonletters de architraaf te accentueren.
Het kapiteel dat boven op de zuil ligt heeft de vorm van een kussen en is de drager van de architraaf. Op het kapiteel ligt een dekplaat die de overgang met de architraaf vormt. Boven op de architraaf staat een rij van trigliefen en metopen.
Bijzonder zijn de zuilen waarvan er acht de originele architraaf dragen. Een architraaf is de afwerking van een zuil aan de bovenkant. De architraaf is dikwijls mooi versierd.
Het woord 'ornament' komt van het latijnse 'ornare' wat versieren betekent. Het ornament is dus een versiering, of, zoals in het 17de-eeuwse Nederlands, een 'verciersel'. Deze 'vercierselen' werden meestal op verschillende onderdelen van gebouwen aangebracht. Die bouwkundige onderdelen waren: basementen, pilaren, kapitelen, architraven, consoles, friezen, kroonlijsten, korbelen, moerbalken, trappen, lambrizeringen, deuren enz. Deze werden dan veelal rijk versierd met allerhande soorten 'vercierselen'.
Woordfamilie
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
architraaf 2.0
Betekenisbetrekking
Specifiek | 2.0 : 3.0 |
---|---|
Betrokken betekenissen | deel : geheel |
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een architraaf…
is een omlijsting; is een rand
- [Materiaal] is aan de buitenkant van een (oud) gebouw vaak gemaakt van steen en binnenshuis doorgaans van hout
- [Functie] dekt naden en voegen af en dient tevens ter decoratie
- [Plaats] bevindt zich op de randen langs een deurkozijn of raamkozijn
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is soms bewerkt of versierd
Algemene voorbeelden
Op architraven rond de deuren vond men versierlijstwerk en consoles met voluten, guirlandes en festoenen of bladslingerwerk.