audisme 1.0
(cultuur en samenleving; neologisme)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Audisme…
is discriminatie; is een verschijnsel
- [Ondervinder] is van toepassing op doven en slechthorenden
- [Gevolg of resultaat] leidt tot discriminatie, onderdrukking, marginalisering of stigmatisering van dove en/of slechthorende personen
- [Waardering] wordt gezien als onwenselijk
- [Voorbeeld of specimen] uit zich bijvoorbeeld in het niet beschikbaar stellen van een doventolk of het uitsluiten of pesten van een dove of slechthorende
Algemene voorbeelden
Institutioneel audisme is in Nederland nog steeds goed zichtbaar, ondanks het feit dat er sinds drie jaar een kleine doven-emancipatie plaatsvindt. Zo was Irma Sluis op 12 maart 2020 de eerste (!) tolk die bij een persconferentie van de Nederlandse regering te zien was.
Bij audisme worden mensen gediscrimineerd vanwege hun doof- of slechthorendheid. 'Doof-zijn is slecht en je moet horend zijn om gelukkig te kunnen zijn' is de gedachte hierbij.
Mirko geeft meer voorbeelden van audisme die veel doven in hun dagelijks leven tegenkomen. Een voorbeeld is uitsluiting van vergaderingen op het werk omdat er geen tolk gebarentaal aanwezig is. Er wordt dan gedacht dat het voldoende is voor de dove werknemer om de notulen achteraf te lezen.
Etymologie
| Aard herkomst | leenwoord |
|---|---|
| Vroegste datering | 2016 |
| Brontaal | Engels |
| Vorm in brontaal | audism |
| Betekenis in brontaal | idem |
| Datering in brontaal | 1977 |
| Bedenker | De term is in 1977 door Tom L. Humphries geïntroduceerd in zijn niet-gepubliceerde proefschrift Communicating Across Cultures (Deaf-Hearing) and Language Learning. |