autonomieperiode 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een autonomieperiode…
is een periode; is een tijd
- [Duur] heeft doorgaans een duur die wordt geregeld in onderhandelingen en verdragen
- [Tijd] gaat vaak vooraf aan de tijd van gehele politieke onafhankelijkheid
- [Object betroffen] heeft betrekking op de belangrijke mate van beslissingsmacht van een landsdeel tegenover het hogere staatsgezag
Algemene voorbeelden
Na het verstrijken van de termijn van 18 september 1998 stelden James Baker en Kofi Annan ineens maar voor de volksraadpleging tenminste tot 2001 uit te stellen. En in 2001 werkte Baker een nieuw plan uit: er zou voor de Saharanen eerst een autonomieperiode van vijf jaar komen, alvorens er over een definitief statuut van de Westelijke Sahara zou worden beslist (al dan niet bij referendum).
Tegelijk tonen Klinkers en Broek aan dat Nederland in de autonomiefase, toen Den Haag formeel niets meer te vertellen had over de politie in de Caraïbische rijksdelen, via soft power invloed op het korps bleef uitoefenen [...]. In de autonomieperiode trad die verwevenheid van taken het meest pregnant naar voren in de jaren zestig toen de Surinaamse regering onder leiding van Johan Adolf Pengel een defensiepolitie in het leven riep.
Veel Palestijnen hadden gehoopt dat de 4e mei, die het einde markeert van een vijfjarige autonomieperiode, hun onafhankelijkheidsdag zou worden. Op 4 mei 1994 werden immers de Oslo-akkoorden gesloten, die de belofte in zich hielden van onafhankelijkheid.
autonomieperiode 2.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een autonomieperiode…
is een periode; is een tijd
- [Duur] heeft een duur die bepaald wordt door de technische capaciteit van een systeem zoals bijvoorbeeld een accu
- [Tijd] begint nadat de normale stroomtoevoer is weggevallen
- [Object betroffen] heeft betrekking op het operationeel blijven van een toestel of constructie bij een langdurige stroomonderbreking
Algemene voorbeelden
Bij het loskomen van de twee kabels, is zowel de communicatie als de voeding van het park niet meer verzekerd. De windmolens stoppen automatisch. De bebakening en de controle worden verzekerd tijdens de autonomieperiode van de batterijen. Mobiele generatoren kunnen vanop land in het park worden gebracht om te dienen als hulpvoeding.
De benodigde hoeveelheid elektriciteit en de grootte van de accu-opslag bepalen de duur van de donkere periode die overbrugd kan worden. Deze periode noemen we de autonomie-periode: de maximale periode waarmee in de basis-elektriciteitsbehoeften kan worden voorzien en waar geen elektriciteit wordt geproduceerd door het zonnepaneel.
Zonnestroom kan een betrouwbare levering van elektriciteit zijn. Een ieder weet dat de zon zelf niet elke dag even betrouwbaar is. Hij laat zich in de natte tijd bijvoorbeeld soms meerdere dagen nauwelijks zien. Het begrip autonomie definiëren we als het aantal dagen dat het systeem stroom blijft leveren bij het uitblijven van zonneschijn. In de meeste landen volstaat een autonomieperiode van 3 dagen voor de meeste huis-, tuin en keuken toepassingen. Statistisch bestaat er dan wel een redelijke kans dat de stroom soms uitvalt, maar daar valt mee te leven. Een groter aantal dagen autonomie zal deze kans verkleinen.