babybust 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een babybust…
is een daling; is een verschijnsel
Algemene voorbeelden
De daling van de geboortes zal de wereld ingrijpend veranderen, want na de baby-boom, die het Westen opzadelt met steeds meer onbetaalbare pensioenen, is er nu sprake van een baby-bust.
In 1946 werden in Nederland 280.000 kinderen geboren. Dat zijn er 100.000 meer dan gewoonlijk, want sinds de jaren dertig schommelt het aantal geboorten in ons land rond de 180.000 per jaar. De babyboom was, zo vertelt Becker, in 1946 en de jaren kort daarna zeer uitbundig. Daarna zakte het aantal geboorten. Toch duurde het tot 1970 voordat de babyboom was afgelopen. In dat jaar ging de boom over in de babybust, en het aantal geboorten daalde weer tot het 'normale' aantal.
Deze spectaculaire terugloop van het aantal geboorten doet experts waarschuwen dat na de 'baby boom' het tijdperk van de 'baby bust' is aangebroken. Met gevolgen als vergrijzing, een toenemende vraag naar gezondheidszorg en pensioenvoorzieningen.
Woordfamilie
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Etymologie
| Aard herkomst | leenwoord |
|---|---|
| Vroegste datering | 1992 |
| Brontaal | Engels |
| Vorm in brontaal | baby bust |
| Betekenis in brontaal | idem |
| Datering in brontaal | 1966 |