bandbreuk 1.0
(sport en recreatie; fietssport; (vooral) in België)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een bandbreuk…
is een breuk
Hoofdsemagram: lekke band
Algemene voorbeelden
Het voorbije weekend werd de Ronde van België voor Visuele Gehandicapten afgesloten met ritten te Antwerpen en Loenhout [...]. Opvallend was wel het groot aantal bandbreuken bij vooral de Spaanse en Canadese teams.
Veertig renners, onder wie Bruyneel, Van Dijck, die later wegviel door bandbreuk, Sunderland, Van Hyfte en Van Petegem, vielen de Once-rijder op de huid op 20 km van de streep.
Wie er na een bandbreuk net voor de Koppenberg in slaagt weer voorin te komen om vervolgens het hele zootje in de prak te rijden moet van goeden huize zijn.
"Na mijn bandbreuk kreeg ik een wiel van Oosterbosch, terwijl Lammerts me meteen op sleeptouw nam", zegt Vanderaerden.
Combinatiemogelijkheden
als object bij een werkwoord
- bandbreuk lijden
De wereldkampioen achtervolgde hardnekkig in het gezelschap van Paul Herijgers tot de Belg bandbreuk leed en moest achterblijven.
Ook Museeuw en Bortolami leden bandbreuk maar namen hun plaats in de spits van het gebeuren snel weer in.
Peter Van Santvliet was de enige landgenoot nog in de running voor een derde plaats met misschien een kans om althans Bramati nog te bedreigen tot hij tweemaal bandbreuk leed.
in voorzetselgroep
- door bandbreuk wegvallen
Veertig renners, onder wie Bruyneel, Van Dijck, die later wegviel door bandbreuk, Sunderland, Van Hyfte en Van Petegem, vielen de Once-rijder op de huid op 20 km van de streep.
met ander, nevengeschikt substantief
- valpartijen en bandbreuken
Voorin reed toen nog een groep van een zestigtal renners die, naarmate de wedstrijd vorderde, verder verbrokkelde. Vooral omwille van een aantal valpartijen en bandbreuken.