bankwinkel


bankwinkel 1.0

meestal vrij groot, modern ingericht bankfiliaal dat vooral gericht is op het verlenen van service, waar klanten gemakkelijk, als in een winkel, kunnen binnenstappen en ook zelf hun bankzaken op een laagdrempelige wijze snel en efficiënt kunnen regelen of laten regelen; bankshop

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een bankwinkel…

is een bank; is een bedrijf; is een organisatie

      Algemene voorbeelden


      In de moderne bankwinkel kunnen bezoekers, zowel spontaan als op afspraak, terecht voor alle financiële diensten. Naast de standaarddiensten biedt de bankwinkel internetplekken waar de klant zelfstandig of met begeleiding van één van de medewerkers zijn bankzaken kan regelen.

      http://www.rabobank.nl/particulieren/lokalebanken/destellingwerven/bankwinkel/

      Onlangs werd in Haarlem de eerste bankwinkel nieuwe stijl geopend. Met de introductie van de bankwinkel stapt SNS Bank over op een volledig nieuwe retailformule. Voor de verkoopadviseurs van SNS betekent dit een geheel nieuwe invulling van hun functie.

      http://www.emc-leren.nl/read/home/nieuws/34

      Woordfamilie


      Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen


      Etymologie


      Aard herkomst inheems woord
      Vroegste datering 2003
      Periode opkomst 2007