basispaard 1.0
(dieren; paardensport; verouderend. Sinds 1994 is de term weer vervangen door de aanduiding Gelders paard. Zie het eerste voorbeeld.)
elegant gebouwd Nederlands warmbloedpaard dat geschikt is voor veelzijdig gebruik,
zowel aangespannen als onder het zadel; Gelders paard
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een basispaard…
is een paard; is een zoogdier; is een dier
- [Uiterlijk] is elegant, maar krachtig van bouw
- [Functie] is veelzijdig en wordt nu vooral gebruikt als recreatiepaard en als sportpaard, zowel aangespannen als onder het zadel
- [Herkomst of oorsprong] is een paard uit een van de drie fokrichtingen van het Koninklijk Warmbloedpaard Nederland en is gebaseerd op het oude Gelderse type
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is blijmoedig, betrouwbaar en werkwillig
Algemene voorbeelden
Het KWPN kent drie fokrichtingen: rijpaard, tuigpaard en Gelders Paard. Tot 1994 werd het Gelders Paard als basispaard aangeduid, daarvoor werd gesproken over 'veelzijdigheidspaard'. Met de invoering van de nieuwe structuur binnen het KWPN in 1994 is besloten de aloude naam "Gelders Paard" weer in ere te herstellen.
Bij de basispaarden, slechts een kleine fokrichting binnen het KWPN, ging de titel naar Kelly van S. Bakker uit Wanneperveen.