beenhouwerij 1.0
((vooral) in België)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een beenhouwerij…
is een winkel
- [Functie] verkoopt vlees en producten op basis van vlees, waaronder ook vaak kant-en-klare schotels en stamppotten
- [Ongewone of afwijkende eigenschap of hoedanigheid] wordt meer en meer verdrongen door grote supermarktketens
Algemene voorbeelden
De baas van beenhouwerij Porky's moet eind deze week voor het eerst sedert het begin van de krisis naar de veiling.
Silvio Mara van de socialistische vakbond FGTB bij de Forges de Clabecq, zei vorige week in de coulissen van het tumult dat de 5 miljard frank die de bonden eisen voor investeringen, overeenkomt met de investering van een nieuwe toog in een beenhouwerij.
Combinatiemogelijkheden
als object bij een werkwoord
- een beenhouwerij beginnen
- een beenhouwerij hebben
Kijk, als ik hier in Leuven een beenhouwerij begin, kan daar zowel de universiteitsprofessor als de man van de vuilkar hetzelfde vlees komen kopen.
De vakanties van mijn jeugd spelen zich wel af in Watou, waar mijn grootmoeder woonde en waar mijn groottante met haar man een beenhouwerij had.
De moeder van Koen werd ziek en hij werd zo goed als geadopteerd door een tante die in Vlaanderen, ver weg dus, een beenhouwerij had.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
beenhouwerij 1.1
((vooral) in België)
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 1.1 |
---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een beenhouwerij…
is een gebouw
Algemene voorbeelden
In 1961 hebben mijn ouders dan gebouwd vlak naast de beenhouwerij. En daar heeft mijn moeder dan haar kapsalon volledig ingericht.
Een felle uitslaande brand verwoestte gisternamiddag beenhouwerij Steven in de Langestraat in Zele. Van de beenhouwerij, de werkplaats en de bovenverdieping van het pand blijft niets meer over. De brand ontstond in de werkplaats achter de beenhouwerij.
Te versuft om weerstand te bieden liet het dier zich meeslepen naar het plaatsje achter de beenhouwerij.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
beenhouwerij 2.0
((vooral) in België)
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 2.0 : 1.0 |
---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Beenhouwerij…
is een beroep
Algemene voorbeelden
Sommige jongeren gaan deeltijds werken in kleine bedrijfjes (schoonmaak ...) of in het beroep dat ze leren (bakkerij, beenhouwerij) om een deel van de schoolkosten te betalen.
De bezoeker vindt er een omvangrijke hoeveelheid huisraad, meubilair en gebruiksvoorwerpen, aangevuld met historische kostuums en schilderijen. Speciale zalen zijn gewijd aan de landelijke keuken, religieuze volkscultuur, lokale textielindustrie, drukkerswezen, de schuttersgilden, de beenhouwerij, de bakkerij en de haarsnijderij.
Deze zaak was gespecialiseerd in horeca, beenhouwerij en weegmateriaal.