bengel 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een bengel…
is een persoon
- [Geslacht] is een jongen, maar soms ook een meisje
- [Gedrag] gedraagt zich stout; is ondeugend
Algemene voorbeelden
We hebben ons laten verslaan. We hebben de grote bek laten winnen. De tantes zouden het vroeger eenvoudig niet hebben laten gebeuren. Die zouden op de Solex zijn gestapt, die zouden de etters een toontje lager hebben laten zingen. Je mocht wat hen betreft best een bengel zijn, maar er waren grenzen, en dit ging warempel te ver.
"Populair gezegd heeft ieder mens een engeltje en een bengeltje in zich. Omdat de mens niet alleen een goddelijke vonk, maar ook iets dierlijks in zich heeft, moet er met het kind gewerkt worden. Ik indoctrineer mijn kinderen." Dat zei rabbijn J. S. Jacobs gisteren tijdens een lezing over godsdienstige opvoeding in het Jodendom.
Woordfamilie
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
bengel 2.0
(liefkozend)
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 2.0 |
---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een bengel…
is een persoon
- [Geslacht] is meestal een jongen, maar soms een meisje
- [Gedrag] is levendig, speelziek, vaak een beetje ondeugend
Algemene voorbeelden
In het koninklijk park van de Lakense residentie is het wel uitkijken om niet in de struiken terecht te komen, want naar verluidt waren bereden politiemensen bij het paleis nooit zeker van hun voertuig wanneer de prinselijke bengels in de buurt waren. De bewakers verschalken en dan even met de motoren door de koninklijke tuin.
Laat ik [...] de hoofdpersonen uit het epos van Vandersteen kort introduceren. Wiske ('Louise') is een 'bengel' met een 'hart van peperkoek'. Ze is koppig, ijdel, neigt tot ongehoorzaamheid, heeft kortom karakter.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
bengel 3.0
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 1.1 |
---|
Algemene voorbeelden
Wie wil er mijn bengel zien voor een kwartje? zong het in mijn hoofd als eens in mijn onbezorgde jeugd.