beul


beul 1.0

afbeelding

Bron: Baron (gravure de L. Massard
( Publiek domein )

iemand die voor zijn beroep lijfstraffelijke vonnissen en doodvonnissen uitvoert; scherprechter

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een beul…

is een persoon

  • [Uiterlijk] draagt doorgaans een masker om zichzelf onherkenbaar te maken bij folteringen en executies
  • [Organisatie of instelling] werkt in dienst van het gerecht of een andere overheidsinstantie
  • [Functie] dwingt bekentenissen af of voert vonnissen uit
  • [Plaats] voerde vroeger vaak de straffen uit in het openbaar, bv. op pleinen
  • [Tijd] was in vroegere tijden, bv. de middeleeuwen, een gevreesd figuur, maar met het afschaffen van de lijfstraffen en de doodstraf in de meeste Westerse landen is het beroep van beul daar uitgestorven
  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is vaak meedogenloos en doet wat hem opgedragen wordt
  • [Activiteit of handeling] voert lijfstraffen en doodvonnissen uit
  • [Middel] gebruikt martelwerktuigen; gebruikt bij executies de bijl, de guillotine, de strop, enz.
  • [Oorzaak, reden of aanleiding] voert lijfstraffen en de doodstraf uit voor zijn beroep

Algemene voorbeelden


Een beul heeft geen enkele invloed op de gang van zaken: hij moet gewoon doen wat hem opgedragen wordt.

Voel maar, Jan Brokken,

De allerlaatste keer dat Theo Offermans op de planken stond was tijdens een soort mislukte comeback in 1997, in de productie De zes vrouwen van Hendrik VIII waarin hij de kleine, uiteraard stomme rol van de gemaskerde beul speelde die Anna Boleyn, de tweede vrouw van de Engelse vorst, drieëndertig avonden na elkaar onthoofde.

Cargo, Patrick Conrad,

Het is met Kaïn al begonnen, toen die Abel dood maakte uit nijd en naijver, en dat is zo doorgegaan, ook wel uit hebzucht, of woede, of gekheid; en verscheidenen die zich daaraan te buiten gingen zijn door het gerecht veroordeeld en, op hun beurt, door de beul dood gemaakt.

De dronken kanarie, Jan Gerhard Toonder,

Tot rechters worden de meest wijze mannen geroepen en zij worden geëerd; de beul doet zijn werk gemaskerd, krijgt zijn loon, sluipt weg en is veracht.

De dronken kanarie, Jan Gerhard Toonder,

Bethken riep niet, reeds voordien had de barmhartige beul haar gewurgd en de verbranding was er eerder een symbolische.

Wij, heksen, Roger Pieters,

Vaste verbindingen


Woordfamilie


Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen


beul 2.0

iemand die mensen of dieren mishandelt; wreedaard; ook: iemand die zichzelf of een ander afbeult

Betekenisbetrekking


metafoor
Betrokken betekenissen 1.0 : 2.0

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een beul…

is een persoon

  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is wreed, meedogenloos, sadistisch
  • [Activiteit of handeling] mishandelt mensen of dieren; beult mensen af; drilt mensen, bv. sporters, tot betere prestaties; kan ook zichzelf afbeulen, zoals een tempobeul

    Algemene voorbeelden


    De bal was hard, het veld onoverzichtelijk groot, en de trainer een beul.

    Zonder genade, Renate Dorrestein,

    Hij schrijft me dat zijn vader hem niet wil laten gaan deze zomervakantie, en ik mag ook niet naar hem toe, zijn vader is een beul, hij heeft het voor het zeggen, hij tiranniseert iedereen.

    Over de grens, Chaja Polak,

    Zoals andere kinderen tijdens een carnavalsoptocht op snoepjes afvlogen zo stortte hij zich op de vlinder. In een mum van tijd had de beul zijn werk verricht, met een chirurgische precisie. Op het witte tafelblad lagen nu het onbeduidende zwarte lijf en vier driehoekige vleugels, waarvan op de plekken die Arend met zijn vingers had aangeraakt de kleuren enigszins verbleekt waren.

    Arend, Stefan Brijs,

    Woordfamilie


    Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen