bezem


bezem 1.0

gebruiksvoorwerp dat bestaat uit een lange steel met daaraan een bundel twijgen of langharige borstel zodat de vloer of grond ermee geveegd kan worden

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een bezem…

is een voorwerp

  • [Omvang concreet] is meestal zo lang dat de steel voor een rechtopstaande volwassene vastgepakt kan worden
  • [Vorm] heeft door de steel en de borstel een soort omgekeerde T-vorm
  • [Deel] bestaat uit een (vaak lange) steel met daaraan de bezem zelf; een soort borstel met lange, stijve haren of takken of twijgjes
  • [Materiaal] is oorspronkelijk gemaakt van een houten steel met haren van natuurlijk materiaal zoals takken, wilgentenen, riet of stro (die op een specifieke manier gebonden moesten worden), maar wordt tegenwoordig ook van een aluminium of kunststof steel gemaakt met kunststof haren
  • [Functie] is geschikt om mee te vegen
  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] kan harde of zachte haren hebben
  • [Object betroffen] wordt over een vloer of terras gehaald om zo vuil en zand bij elkaar te vegen

Algemene voorbeelden


'Is er een bezem?' riep ze, 'dan maak ik het terras schoon.'

Hokwerda's kind, Oek de Jong,

Ik zette enkele ramen open om het appartement te luchten, haalde een bezem uit de gangkast en begon te vegen.

De necrologieschrijver: een obsessieve zoektocht, Porter Shreve,

Bas snerpte door en ze hoorden gebonk onder de vloer. De bezem van de buurvrouw.

't Is zo weer nacht, Joyce Roodnat,

Combinatiemogelijkheden


als subject bij een werkwoord


  • ergens staan

Tegen haar klerenkast stond een bezem. 'Ik was aan het schoonmaken,' zei zij en keek hem daarna glimlachend aan.

Avonturen op Ibiza, Theo Kars,

als object bij een werkwoord


  • de bezem ter hand nemen
  • de bezem pakken

Zij vroegen met name aandacht voor een aanhangwagen die al geruime tijd op het pleintje staat, wanneer een boom die weggehaald was door de gemeente weer teruggeplant zou worden en aandacht voor het regelmatig schoonmaken van de straten. De buurtbewoners nemen zelf vaak de bezem ter hand, maar vinden het ook een belangrijke taak voor de gemeente.

http://www.leidschendamvoorburg.nl/Download/Informatierubriek%2027-3-2003.pdf,

Beperk het gebruik van elektrische huishoudapparaten. Gebruik een manuele citruspers en koffiemolen, giet koffie over in een thermos, neem de bezem ter hand in plaats van de stofzuiger.

http://www.hln.be/hln/nl/34442/Slimme-energie/article/detail/2460160/2015/09/18/Doe-het-onmogelijke-laat-je-energiefactuur-dalen.dhtml,

Vorig jaar nog heeft hij samen met een aantal Turkse wijkbewoners de bezem gepakt en de buurt schoongemaakt.

Trouw,

Daarom blijft hij maar hier scherven rapen met Maria. En Maria pakt de bezem en veegt alles door elkaar terwijl hij net de scherven apart van wat je eten kan aan het doen was. 'Alles moet weg,' zegt Maria, 'want als men dat eet, dan snijden de scherven je maag kapot en dan komt er bloed uit je oren en je ogen.'

Mooi was Maria, Marijke Höweler,

  • de, haar bezem in de hoek zetten

Tracy die de bezem in een hoek zette, met beide handen aan haar haar friemelde met een onzeker lachje om haar mooie mond.

Buiten is het maandag, J. Bernlef,

Ze kon niet lezen, ze zette haar bezem in de hoek en bracht de brief aan haar meesters, en het was een uitnodiging van de kabouters; ze vroegen haar om voor hen een kind ten doop te houden.

http://www.sprookjesbos.be/sprookjes/De_Kabouters/

met adjectief ervoor


  • een harde bezem
  • een zachte bezem

Met een harde bezem veeg ik de opgewaaide sneeuw van de veranda.

Buiten is het maandag, J. Bernlef,

Je hoeft er alleen maar een zachte bezem over te halen en de boel is weer schoon.

Hersenschimmen, J. Bernlef,

met voorzetselgroep


Voorzetsel: in

  • een bezem in de hand
  • de bezem in haar handen

Luitenant Nyuma en kapitein Strasser lieten zich fotograferen met een bezem in de hand.

NRC,

Hoe er zoveel levens in haar enige leven een plaats vonden, weet ik niet maar Emerence zat nooit stil; als ze niet een bezem in de hand had, dan ijlde ze met de ouderwetse schaal naar iemand toe, of zocht ze de eigenaars van een weggelopen dier.

Hongarije, Lieve de Boeck (ed.),

Tracy was bezig de vloer te vegen, de gele bezem in haar handen geklemd.

Buiten is het maandag, J. Bernlef,

in voorzetselgroep


  • met bezems opruimen
  • met een bezem schoonvegen
  • met een bezem vegen

Rond het kerkplein trokken werklui het zeil uit de boom en ruimden met bezems bladeren op.

Sluitertijd, Erwin Mortier,

Een toverheks – kromme benen in zwarte kousen, dito hoofddoek en jurk – veegde intussen met een rieten bezem het portaal schoon.

In liefdes naam, Greta Seghers,

Een jonge vrouw, een zijden doek bedekt haar hoofd en schouders, veegt met een bezem as en houtresten bij elkaar.

De vrouw die alles had, Kees van Beijnum,

Hij deed alsof hij me niet had gehoord, verschoof een stapelrek, verplaatste een paar bakvormen, veegde met een bezem wat denkbeeldig stof bijeen, pakte toen pas een verveloze stoel beet en ging zitten.

Verdwaalde post, Walter van den Broeck,

  • leunen op een bezem
  • steunen op een bezem

Twee straatvegers stonden, geleund op hun bezems, te praten.

De kleine blonde dood, Boudewijn Büch,

'Vergeet niet je das om te doen,' zegt ze, steunend op de bezem.

Hersenschimmen, J. Bernlef,

  • heksen op bezems
  • vliegen op een bezem

In de hoofdstedelijke Lombardstraat hebben twee gereputeerde fuif- en karnavalwinkels speciale Halloween-etalages met vampierenkoppen, heksen op bezems, boos ogende pompoenen, skeletten.

De Standaard,

Van de Middellandse Zee tot Ierland bestaan verhalen van heksen die 's nachts rondvliegen op hun bezem, bloed drinken, baby's vermoorden en menselijke lijken verscheuren.

http://www.kuleuven.ac.be/thomas/actualiteit/indekijker/20/index_main.php,

met ander, nevengeschikt substantief


  • een bezem en een emmer
  • borstels, bezems en kwasten
  • dweilen en bezems
  • schepjes en bezems

Ze hing haar jas op in een kast waaruit ze een bezem en een emmer met boenspullen te voorschijn haalde.

Het schot, Hilbert Kuik,

Borstels, bezems en kwasten worden alleen nog in fabrieken gemaakt en ook nog in blindeninstituten.

Meppeler Courant,

Bij de eerste deur, kamer 5, staat een emmer met dweilen en bezems.

Morgenster, Jaap Scholten,

Hij zag Anna gewapend met dweilen en bezems aan het hoofd van haar stormtroepen de school binnenmarcheren.

Donderdagmiddag. Halfvier, Kristien Hemmerechts,

Hier en daar zag ik mannen met schepjes en bezems die elke ongerechtigheid opruimden.

Alles wat het geval is, Milo Anstadt,

Vaste verbindingen


Woordfamilie


Als deel van een afleiding


Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen


Overige woordfamilieleden