blieven


blieven 1.0

(informeel)

voedsel of drank lusten

Algemene voorbeelden


Nathan was kieskeurig. Hij bliefde geen lof en lustte geen spruitjes. Hij kokhalsde van andijvie. Vis vond hij vies, vlees vond hij eng.

Nathan Sid, Adriaan van Dis,

Paddestoelen? Zelfs de konijnen blieven ze niet.

De zonnewijzer, Maarten 't Hart,

Daar moest een glaasje op gedronken worden. Bonkjes liet zich overhalen. En ook Mieke-Kee en Gerrit die even later, gezonde blossen op hun konen, binnenkwamen bliefden er wel eentje.

De familie Kneupma, Remco Campert,

blieven 1.1

(informeel)

van iets houden

Betekenisbetrekking


metafoor
Betrokken betekenissen 1.0 : 1.1

Algemene voorbeelden


Deze vijf mensen vinden dat iemand die zij om puur persoonlijke, uiteenlopende motieven haten, iemand wiens stukjes zij niet blieven, opgesloten moet worden, zogenaamd wegens majesteitsschennis.

...honderd. Ik kom, Piet Grijs,

blieven 2.0

(informeel)

iets wensen; iets willen hebben

Algemene voorbeelden


Het gezicht van de ober glimt als een olijf in de olie. Als hij bedaard is vraagt hij wat u blieft als dessert. U antwoordt niet meteen, maar kijkt hem aan.

Religie; Ober in distress; Nachtwaker Wiebov, Koen-Machiel van de Wetering,

Zou ik [...] dit boek ook kopen [...] als alle interpunctie er in dit ene kleine boekje doorgejast werd [...]? Nee, dan zou ik het ook niet moeten. Het is juist die welgeproportioneerdheid die me zo aanstaat. En zou ik eventuele vervolgdelen blieven, in deze zelfde uitvoering? Nee! Het moet een aardigheid blijven: alleen de komma en niets anders dan de komma.

NRC,

Combinatiemogelijkheden


met een infinitief met te


  • iets blieven te eten

Hij bliefde daar niets te eten en liet niemand die hij niet kende, ook de werkster niet, in zijn kamer toe.

Kriblijn, Barber van de Pol,

Vaste verbindingen


wat blieft u?