bnw.


bnw. 1.0

(taal en taalkunde; (vooral) geschreven taal)

bijvoeglijk naamwoord; ook wel: bijvoeglijke naamwoorden

Algemene voorbeelden


Homoniemen staan in de orde znw., bnw. (bijw.), telw., vnw., ww., vz., voegw., tussenw., tenzij de etymologie zich daartegen verzet.

https://books.google.nl/books?id=edQUAAAAIAAJ&pg=PA66&lpg=PA66&dq=%22znw%22+WNT&source=bl&ots=g1NrMUqvzS&sig=tzNOMTBzpWljlClRhUrEHmztZQE&hl=nl&sa=X&ei=kzTWVObvMrHU7AbFxYDwDQ&ved=0CEQQ6AEwCDgK#v=onepage&q=%22znw%22%20WNT&f=false,

Bijvoeglijk naamwoord (bnw). Een bijvoeglijk naamwoord geeft een eigenschap of kenmerk van een zelfstandig naamwoord aan en staat meestal direct voor het zelfstandig naamwoord. Als er een koppelwerkwoord in de zin staat, staat het bijvoeglijk naamwoord achter het koppelwerkwoord.

http://corneliszoon.com/grammatica/

Het bnw. vlot is als predicatief bnw. ontstaan door verkorting van de Middelnederlandse uitdrukking int vlot, ant vlot (liggen, sijn enz.) 'drijvende (zijn)', waarin vlot het zn. -> vlot 1 is, dat buiten deze uitdrukking niet in deze betekenis voorkomt.

http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/vlot2,

Een bijvoeglijk naamw. zegt iets van een zelfstandig naamwoord. Het bijvoeglijk naamwoord staat vlak voor een zelfst. naamwoord of kan er vlak voor gezet worden. Bijv. Dat boek is mooi. Dat mooie boek.

http://www.google.nl/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=1&ved=0CCAQFjAA&url=http%3A%2F%2Fwww.jddevries.nl%2Fwoordbenoeming.doc&ei=yTjWVIn9HcqN7Aa4mYHIBg&usg=AFQjCNHkYBQNTKFbjkAgTri8irmfZGIbtA

Het woord 'genoeg' gedraagt zich afwijkend doordat het bij een bijv. nw. alleen als nabepaling voorkomt: groot genoeg.

http://www.dbnl.org/tekst/rijp001nede01_01/rijp001nede01_01_0012.php,

Laagdrempelig [laag·drem·pe·lig], bnw.; laagdrempelige [laag·drem·pe·li·ge]; laagfrequent [laag·fre·quent], bnw., laagfrequente [laag·fre·quen·te]; laaggelegen [laag·ge·le·gen], bnw.; laaggeletterd [laag·ge·let·terd], bnw., laaggeletterde [laag·ge·let·ter·de].

http://woordenlijst.org/voorvoegsel/l/2

Kittelorig: (bnw.) prikkelbaar, kregelig; Klakske: (znw.) zowel pet als voorhuid; Klappen: (ww.) roddelen; Klis: (znw.), klit in het haar.

http://hugoclaus.wp.hum.uu.nl/verklarende-woordenlijst/,

Hoge, blauwe en grote noemen we bijvoeglijke naamwoorden (bnw).

http://www.komp-u-ter-hulp.nl/Taallessen/TAAL/BNW/bnwuitleg.htm

Voorbepalingen bij een bijv. nw. zijn: 1. Verschillende bijwoorden en in de valentie van bijwoorden gebruikte bijv. nw. en telwoorden, alle versterkend of graadaanduidend (louter burgerlijk, te laks, meest tijdelijk, zeer beleefd, veel vriendelijker, bitter koud, uiterst moeilijk).

http://www.dbnl.org/tekst/rijp001nede01_01/rijp001nede01_01_0012.php,