bonuskind 1.0
((vooral) in Nederland; neologisme)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een bonuskind…
is een kind; is een persoon
- [Waardering] wordt positief gewaardeerd, zoals uitgedrukt wordt door het woorddeel bonus
Algemene voorbeelden
Cilou is zijn dochter uit een vorige relatie, Kai is de zoon die hij met Shirley kreeg. Jayden en Fay zijn de kinderen van Shirley en zijn bonuskinderen.
Dat klinkt wel leuk zo'n voorleesmoment! Hier is dat helaas op woensdagmiddag en dan is bonuskind hier, die vindt zoiets waarschijnlijk saai.
Combinatiemogelijkheden
met adjectief ervoor
- (bijna) volwassen bonuskinderen
Ik citeer uit de tekst: "Het leven en hoofd stromen snel vol met gedoe van alledag. Helemaal als je zoals M..H. (33) naast een veeleisende peuter en kleuter, vier bijna volwassen bonuskinderen, een pas gerenoveerd pand in hartje Amsterdam, feesten en partijen met vrienden en familie en date nights, nóg een hartenlap hebt."
met substantief ervoor
- een paar bonuskinderen
Met een partner, 4 kinderen, en 38 kleinkinderen. Ik hoop dat er een paar bonuskinderen tussen zitten inderdaad.
met telwoord ervoor
- vier bonuskinderen
Ik citeer uit de tekst: "Het leven en hoofd stromen snel vol met gedoe van alledag. Helemaal als je zoals M..H. (33) naast een veeleisende peuter en kleuter, vier bijna volwassen bonuskinderen, een pas gerenoveerd pand in hartje Amsterdam, feesten en partijen met vrienden en familie en date nights, nóg een hartenlap hebt."
met bezittelijk voornaamwoord
- mijn bonuskind
- je bonuskinderen
"Mijn bonuskind heeft uitgelegd hoe het moet." [...]. "Eigenlijk moet ik zeggen ex-bonuskind."
Kunnen je 'bonuskinderen' van jou erven?
met ander, nevengeschikt substantief
- haar buikkinderen en de bonuskinderen
Ze maakt geen onderscheid tussen haar buikkinderen en de bonuskinderen.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als deel van een afleiding
Etymologie
Aard herkomst | inheems woord |
---|---|
Vroegste datering | 2016 |