pluskind


pluskind 1.0

(onderwijs en opvoeding; (vooral) in Nederland; neologisme)

meerbegaafd, hoogbegaafd of hoogintelligent kind; kind dat lessen volgt in een plusklas, een klas voor hoogbegaafde kinderen
Zie ook : plusklas

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een pluskind…

is een kind; is een persoon

  • [Leeftijd] wordt vooral zo genoemd als het in de lagereschoolleeftijd is
  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is bovengemiddeld intelligent
  • [Activiteit of handeling] zit vaak in een plusklas, waar het een uitgebreider en uitdagender lesaanbod krijgt dan in de reguliere klas

    Algemene voorbeelden


    Pluskinderen hebben een ander leerstofaanbod op school nodig dan reguliere kinderen. Dit omdat zij vanwege hun hoge intelligentie andere behoeften hebben en meer uitgedaagd moeten worden op school. Voor pluskinderen kunnen bepaalde onderdelen van de leerstof geschrapt worden (compacting) en andere activiteiten en opdrachten kunnen worden toegevoegd (verrijking). Ook maken de pluskinderen op C.B.S. de Borg meerwerk.

    Meerwerk, pluskinderen, ouders… …en dan nog de school,

    Combinatiemogelijkheden


    met adjectief ervoor


    • de zogeheten pluskinderen

    Op maandagmiddag worden de zogeheten 'pluskinderen', de kinderen die het bovengemiddeld goed doen, uit Noortjes klas gehaald voor een speciaal programma op een andere locatie.

    Trouw,

    met substantief ervoor


    • de term pluskinderen

    Veel scholen hanteren de term pluskinderen, maar het verschilt per school wat hier precies onder wordt verstaan. C.B.S. de Borg gebruikt de term pluskinderen voor alle kinderen die hoogbegaafd zijn of voor kinderen die een hoge intelligentie hebben. Deze kinderen zijn door de jaren heen door verschillende leerkrachten opgevallen en staan geregistreerd als hoogbegaafd of hoogintelligent.

    Meerwerk, pluskinderen, ouders… …en dan nog de school,

    Woordfamilie


    Als deel van een afleiding


    Etymologie


    Aard herkomst inheems woord
    Vroegste datering 2010

    pluskind 2.0

    ((vooral) in België; neologisme)

    kind dat niet iemands eigen biologische of geadopteerde kind is, maar het biologische of geadopteerde kind van een partner; kind van wie minimaal een van de ouders een partner heeft die niet zijn biologische ouder of adoptieouder is; bonuskind; stiefkind
    Het woorddeel plus drukt net als bonus in bonuskind uit dat het stiefkind een aanwinst is voor de stiefouder.

    Semagram (extra betekenisinformatie)


    Een pluskind…

    is een kind

    • [Waardering] wordt positief gewaardeerd, zoals uitgedrukt wordt door het woorddeel plus

      Algemene voorbeelden


      Pluskinderen met wie het thuis (nog) niet goed klikt, kunnen de reis danig bemoeilijken. "Zorg ervoor dat er voor hen genoeg tijd en plaats is om misschien eens iets alleen met hun eigen ouder te ondernemen."

      Het Nieuwsblad,

      Combinatiemogelijkheden


      als subject bij een werkwoord


      • zich buitengesloten voelen

      Vergelijk het met nieuw samengestelde gezinnen. Als daar alleen de oude familieverhalen altijd maar opnieuw verteld worden, voelen de pluskinderen zich buitengesloten.

      De Standaard,

      als object bij een werkwoord


      • het pluskind beschermen

      Een verklaring hebben de Nederlandse onderzoekers niet, maar als een kind een goede band heeft met de stiefvader, dan heeft het later minder kans op zware depressie. De plusvader 'beschermt' het pluskind dus in zekere zin voor latere psychische problemen. Een goede band met de plusmoeder heeft dat effect niet.

      De Standaard,

      met telwoord ervoor


      • drie pluskinderen

      "We waren zo trots op hem. Hij deed alles voor zijn zes kindjes, zijn drie kinderen en drie pluskinderen."

      Het Nieuwsblad,

      in voorzetselgroep


      • de familienaam van het pluskind

      Hoe fijn is het niet voor de plusmama of -papa, om niet meer voortdurend aan de ex van je partner te worden herinnerd, via de familienaam van het pluskind?

      De Standaard,

      Woordfamilie


      Als deel van een afleiding


      Etymologie


      Aard herkomst inheems woord
      Vroegste datering 2015