A - bouwvakantie
bouwvak 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
De bouwvak…
is vakantie
Algemene voorbeelden
De bouwvak is inmiddels afgelopen en overal zijn de aannemers en hun mensen weer aan het werk.
In verband met de bouwvak staat de bouw op dit moment stil.
Combinatiemogelijkheden
in voorzetselgroep
- in de bouwvak
- tijdens de bouwvak
Tijdens de bouwvak vertoeven op deze grootste camping van Dwingelo (bijna 42 hectare) meer dan 2.500 mensen.
In de bouwvak is het centrum drie weken dicht.
Deze wedstrijd viel in de bouwvak, maar over belangstelling hadden wij beslist niet te klagen: er waren vrij veel bezoekers en op het veld was het gezellig ondanks de weigering van onze geluidsinstallatie voor wat betreft een achtergrondmuziekje.
- na de bouwvak
Na de bouwvak worden de glasplaten hier op hun plaats gehesen.
De klus, die meteen na de bouwvak werd begonnen en vooralsnog op schema ligt, is volgens Astron-woordvoerder René Genee augustus volgend jaar gereed.
Volgens burgemeester Hans van der Laan moet de procedure in het voorjaar afgerond worden, zodat na de bouwvak begonnen kan worden met de bouw van de hal op sportcomplex de Hulsebosch.
- voor de bouwvak
Voor de bouwvak hoopt men het gebouw weer in gebruik te kunnen nemen.
Als alles verloopt zoals het zou moeten, dan is het complex nog voor de bouwvak volgend jaar klaar, maar dan moet wel alles meezitten.
Volgens planning is dit deel van het winkelgebied voor de bouwvak waterdicht.
B - bouw als vak
bouwvak 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Het bouwvak…
is een vak
- [Toepassingsgebied of bereik] betreft het vak van de bouw; betreft het geheel van beroepen binnen de bouwsector
Algemene voorbeelden
Ik was erg triest toen Swa, tot over z'n kop in de schulden door duister gespekuleer in het bouwvak, het land uitging.
Na je schoolopleiding moet je een vakopleiding volgen om het bouwvak echt te leren.
In de geschiedenis van het bouwvak toont zich opnieuw de burgerlijke traditie van Amsterdam.
bouwvak 1.1
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een bouwvak…
is een vak
- [Toepassingsgebied of bereik] betreft een vak, vakgebied of beroep binnen de bouwsector
- [Voorbeeld of specimen] is bv. het metselvak, het schildervak, het stucadoorsvak, het timmervak
Algemene voorbeelden
Ruim honderd leerlingen van jong tot oud hebben zich ingeschreven voor een twaalftal cursussen die variëren van tegelzetten tot haar knippen en van fietsen herstellen tot antiek restaureren. Vooral de bouwvakken, zoals metselen, stucadoren, timmeren, electriciteit en kleine klusjes lopen goed.